e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q009p plaats=Maasmechelen

Overzicht

Gevonden: 2259
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drinkkuil in de wei slob: slǫb (Maasmechelen), watergat: wātǝrgāt (Maasmechelen) Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.] I-8
droge koe manse koe: maws kō (Maasmechelen) Koe die geen melk meer geeft maar toch niet drachtig is. [N 3A, 73] I-11
drogen, droog worden (van gemaaid gras) afsterven: āfstęr(ǝ)vǝ (Maasmechelen), drogen: drø̜gǝ (Maasmechelen), verslakken: verslakken (Maasmechelen) Het droog worden, gezegd van gemaaid gras. [N 14, 90; monogr.] I-3
droogstaan droogstaan: (de koe) stø̜u̯ drȳǝx (Maasmechelen), dru̯øxstǭn (Maasmechelen), drøxstǭn (Maasmechelen) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
drukknoop knipper: knepǝr (Maasmechelen), luiwijverknoop: lø̜jwīvǝrknǫwp (Maasmechelen) Uit twee helften bestaand knoopje dat sluit door de delen in elkaar te drukken. [N 62, 52; MW] II-7
druphoning druiphoning: druiphoning (Maasmechelen), lekhoning: lekhoning (Maasmechelen) Honing die verkregen wordt door de volle raten in een warm vertrek op een zeef te leggen of ze in een fijne neteldoek langs een warme kachel (L 416) te hangen. De honing laat men uitlekken om ze vervolgens op te vangen. De raten moeten daartoe wel eerst ontzegeld zijn. [N 63, 116a; JG 1a; monogr.] II-6
dubbel gezwad dobbel gezwade/gezwaai: dǫbǝl [gezwade/gezwaai] (Maasmechelen) De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94] I-3
dubbele lijn dubbele lijn: dø̜bǝl lin (Maasmechelen) Lijn die aan weerszijden aan het bit bevestigd is en tot aan de hand van de voerman dubbel is. Opgaven die niet specifiek naar een dubbele lijn verwezen (m.n. de woordtypes paardslijn, rijlijn, lijn, lijnt, lei, leis, leist, leidsel en guide), werden opgenomen onder het overkoepelende lemma Teugel. [N 13, 30 en 34] I-10
dubbele toegangspoort van een gesloten erf invaartspoort: e ̝nvārtspōǝrt (Maasmechelen), opvaart: ǫp˲vārt (Maasmechelen) De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.] I-6
dubbelschaar van de aanaardploeg broets: broets (Maasmechelen) Zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma Aanaardploeg. [N 11A, 83b; monogr.; add. uit N 12, 25] I-5