e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baelen

Overzicht

Gevonden: 421

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brug brug: brøk (Baelen) brug [RND] III-3-1
buitenspel abseit (<du.): Karte 167.  apseͅ.jt (Baelen) Abseits. III-3-2
bussel uitgedorst stro bussel: bø̜sǝl (Baelen) Wanneer het graan uit de aren is geslagen, worden de lege halmen bijeengebonden, vroeger met twee banden. Sinds de komst van de dorsmachines worden de halmen doorgaans dubbel geplooid en met één band in het midden gebonden, of tot pakken geperst. De grondbetekenis van schans is "takkebos, mutserd"; die van het du. Bürde "datgene wat gedragen wordt". Zie ook de toelichting van het lemma ''garve, gebonden schoof'' (4.6.4).' [N 14, 26; JG 1a, 1b, 2c; L 17, 16; L 22, 33b; L 48, 34.3a; Lu 2, 34.3a; R [s], 65; S 5; Wi 16 en 17; monogr.; add. uit R 3, 70 en R 14, 19 en uit het materiaal van lemma 4.6.4 waarbij is aangetekend dat het om gedorste garven gaat] I-4
dammen dam spelen: Karte 92.  Dame spielen (Baelen) Dame spielen. III-3-2
deur deur: dø̜̄r (Baelen) [rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.] II-9
dier, beest beest: bĕst (Baelen), dier: dêĕr (Baelen) beest [Willems (1885)] || dier [Willems (1885)] III-4-2
doel goal (eng.): Karte 169.  goal (Baelen) Tor des Fussballspiels. III-3-2
doelman keeper (eng.): Karte 170.  keeper (Baelen) Tormann. III-3-2
doen vechten aaneenzetten: dɛ. hatə gansə wɛlt ane. gəzat (Baelen) Hij deed geheel de wereld vechten. [RND] III-3-1
dood (bn.) dood: dôet (Baelen) dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2