e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zoethout zoethout: zeuthout (Roermond) zoethout III-2-3
zogen, voeden (overg.) de mem geven: de mem gaeve (Roermond), de mem gaive (Roermond), mem gaeve (Roermond) borstvoeding geven: Een kind aan de borst voeden (minnen, de mem geven, houden). [N 84 (1981)] III-2-2
zolder zolder: zöldər (Roermond), Op de zölder sjting nog \'n aaj sjpool Ene besjaote zölder  zölder (Roermond) zolder III-2-1
zoldergat, opening in de koestalzolder hooigat: [hooi]gāt (Roermond), strogat: štrø̄gāt (Roermond) In de koestalzolder is meestal een opening waardoor het hooi naar beneden geworpen wordt om het aan de dieren te voeren. Waar de koestalzolder in open verbinding staat met de schuur is er meestal geen opening in de zoldering. Een aantal opgaven betreffen een luik of een scharnierende deur waarmee de opening afgesloten kan worden. De benamingen kunnen ook gebezigd worden voor een opening in de gevel of in het dak waardoor het hooi op de zolder wordt gebracht. Zie ook het lemma "hooivenster" (3.4.5). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) (hooi) het lemma "hooi" in aflevering I.3. Zie ook afbeelding 16.c bij het lemma "hooizolder, koestalzolder, schuur" (3.4.1). [N 5A, 56b; N 5, 97 en 97a; L 42, 24 passim; monogr.; add. uit N 5A, 57c] I-6
zolderkamer zolderkamer: zoͅldərkāmər (Roermond), zölderkamer (Roermond) zolderkamer [N 05A (1964)] III-2-1
zomerdracht zomerdracht: zomerdracht (Roermond) De periode van de zomer waarin de bijen vliegen op bloesem van de dan bloeiende planten, bloemen en bomen. In vragenlijst N 63, vraag 50b is gevraagd naar de bloemen, planten en bomen waarvandaan de bijen in de zomer honing en stuifmeel halen. De antwoorden op deze vraag geven het volgende resultaat. In de zomer vliegen de bijen op de dan bloeiende vruchtbomen, heesters, zomerbloemen, lindebomen, de vuilboom, klaversoorten, acacia, boekweit, bramen, kastanjebomen, korenbloemen, herik, liguster, weidebloemen, zonnebloemen, asperges, reseda en serradelle. Uiteraard zullen er nog meer haalmogelijkheden voor de bij zijn. [N 63, 48; N 63, 50b] II-6
zomergraan zomerkoren: zōmǝrkǭrǝ (Roermond) Het graangewas dat na de winter wordt gezaaid. I-4
zomerhoning zomerhoning: zōmǝrhōneŋ (Roermond) Soort honing die uit de nectar van zomerbloesem is bereid. [N 63, 112a; Ge 37, 130; monogr.] II-6
zomerkapmanteltje pelerine (<fr.): pelerien (Roermond), pellerien (Roermond), informant: klemtoon op rien  pelderien (Roermond), pelerinetje (<fr.): pelderienke (Roermond) kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)] III-1-3
zomerkleren zomerkleren: zomerkleier (Roermond), zomerkleijer (Roermond, ... ), zomerse kleren: zomerse kleijer (Roermond) zomerkleren [N 23 (1964)] || Zomerkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3