e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zilveruitje sint-jansooj: mv -ooie  St. Jansooi (Roermond), zilveruitje: mv -s  zilvereutje (Roermond) [DC 13 (1945)] I-7
zin (lust) aard: aard (Roermond), goesting: goesting (Roermond, ... ), zin: zin (Roermond), zinnə (Roermond) het verlangen om iets te doen [lust, aard, troef, nijd, zin, goesting] [N 85 (1981)] III-1-4
zindelijk proper: praoper (Roermond), praopər (Roermond), pròper (Roermond) zindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften beheersend, zindelijk gezegd van kinderen [N 86 (1981)] III-2-2
zingen fluiten: fluite (Roermond), slaan: sjlaon (Roermond), zingen: zinge (Roermond, ... ), 17  zing! (Roermond) het geluid van zangvogels (slaan, slagen, zingen, fluiten) [N 83 (1981)] || Zing! || Zingen: zingen. III-3-2, III-4-1
zingende mis gezongen mis: gezonge mis (Roermond) Een mis waarin de gelovigen geestelijke liederen zingen [zingende mis, zingmès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zitbank bank: bank (Roermond), Ze zote veur \'t hoes op de bank Die op de echterste benk köste good aafkieke In de Hoogmès zit-er altied in de eerste bank  bank (Roermond), bankstel: banksjtèl (Roermond) bank || bankstel || meubelstuk III-2-1
zitbeenderen zitbenen: zetbɛi̯n (Roermond) Onderdeel van het beenderenstelsel aan het achtereinde van de rug. [N 3A, 110c] I-11
zitvlak van een broek bodem: baom (Roermond, ... ), boam (Roermond), Vero.  baojem (Roermond), boksenbodem: bóksebaom (Roermond, ... ), bóksebòòm (Roermond), kruis: kruutz (Roermond) bodem: d) broek met afhangend kruis || het kruis van de broek || zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)] III-1-3
zoden afsteken steken: stē̜kǝ (Roermond) Een object russen, vlaggen, zoden enzovoorts is niet gedocumenteerd. [N 14, 78; N 27, 39g; N 18, add.; JG 1b] I-8
zoet zoet: Zeute droeve ne zeuten appel Waat sjmaak det zeut t Is dao de zeuten inval Hae it zoer en zeut  zeu:t (Roermond) zoet III-2-3