e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Terwinselen

Overzicht

Gevonden: 245

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
het vlees laten besterven laten afsterven: lǫsǝ āfštɛrvǝ (Terwinselen) Na het verwijderen der ingewanden e.d. en het schoonmaken laat men het vlees hangen om het te laten afkoelen en opstijven. De volgende dat wordt het verder verwerkt. Enerzijds is dit een eis van de keuringsdienst (eventuele ziektes e.d. zijn dan makkelijker te constateren), anderzijds komt dit besterven volgens velen de smaak van het vlees ten goede. [N 28, 95; monogr.] II-1
heup heup: huf (Terwinselen) heup - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
hinkelen hinkelen: hinkelen (Terwinselen), hinken: hinken (Terwinselen), Binnen bep. vakken een houtje of steentje voortschoppen.  hinken (Terwinselen) hinkelspel [BN 06] III-3-2
hoek van een stuk land tomp: tømp (Terwinselen) Een hoek of punt van een stuk land. [N P, 1; A 33, 10; monogr.] I-8
hoektand oogtand: oo:xtsank (Terwinselen) hoektand [DC 01 (1931)] III-1-1
hoepel reep: rēēf (Terwinselen), ring: rink (Terwinselen) Hoepel van kinderen. [BN 03] III-3-2
hond hond: hōͅ.nt (Terwinselen) hond [Goossens 1b (1960)] III-2-1
hoofd hoofd: heu:t (Terwinselen), kop: kop (Terwinselen), Gewone woord.  kop (Terwinselen) hoofd [DC 01 (1931)] || voorhoofd [DC 01 (1931)] III-1-1
hoofd (spotnamen) bol: bol (Terwinselen), bolles: bulles (Terwinselen), dop: duppe (Terwinselen) hoofd [DC 01 (1931)] III-1-1
houten schede schede: šej (Terwinselen) Zie de toelichting bij het lemma ''leren schede''. Een eventuele toevoeging ''houten'' wordt niet fonetisch gedocumenteerd. [N 28, 121a; N 28, 121b; monogr.] II-1