e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
fluiten andere middelen om een duif binnen te lokken:   flø͂ͅtjə (Meijel), fluiten:   fleiden (Bree), fleiten (As), fleu-tê (Widooie), fleute (Aubel, ... ), fleuten (Diepenbeek), fleüte (Val-Meer), flēten (Bilzen), fluite (Maaseik, ... ), fluiten (Hamont, ... ), flèiten (Peer), flêten (Genk, ... ), flôëten (Tessenderlo), flöte (Beringen), flöten (Helchteren), flöüte (Eupen), fluiten naar de duiven:   doeve fleute (Venray), fleite (As), fleujte (Jeuk), fleute (Doenrade, ... ), fleuten (Houthalen, ... ), fluite (Echt/Gebroek, ... ), fluiten (Geleen, ... ), fluiten met een fluit (Geleen), fluitje (Jesseren), fluitə (Beesel), flèjtə (As), flêête (Vlijtingen), flø͂ͅtjə (Meijel), i fluite (Wijlre), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  fleete (mèt de mond) (Bilzen), fleete (mèt e flétsje) (Bilzen), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  et fleu.te óp e douve (Zolder), geluid maken, gezegd van de kammen:   fluiten (Paal), flōǝtǝ (Lummen), geschreeuw van leeuweriken:   fluite (Itteren, ... ), fläöte (Venray), flø̄.tə (Ingber), hard waaien:   de wind fluut (Eksel), flētə (Hasselt), onrustig zijn door moerloosheid:   fluiten (Lommel), op de vingers fluiten:   (fléte) (Eigenbilzen), fleete (Bilzen, ... ), fleuete (Alken), fleute (Brunssum, ... ), fleutë (Hoeselt), flui-je-te (Wellen), fluite (Blerick, ... ), fluite(n) (Maaseik), fluiten (Achel, ... ), fløytə (Oirlo), flɛitə (Meeuwen), Antwoord onderlijnd.  fluiten (Diepenbeek), piepen:   fleutje (Meijel), roepen van de duiven:   fluite (Geleen), ruisen (van de wind):   fleute (Jeuk), fluitə (Maastricht), flèjte (As), sissen:   fleute (Jeuk), fleuten (Houthalen), fleutən (Diepenbeek), flēūte (Maastricht, ... ), fluite (Melick, ... ), fluiten (Heythuysen), fluitə (Maastricht, ... ), suizen van de oren:   fl"tən (Houthalen), fleute (Jeuk, ... ), fleuten (Diepenbeek), fleͅitə (Bree), floͅuətə (Tessenderlo), fluite (Meerssen), fluite(n) (Sint-Truiden), fluiten (Hasselt, ... ), flète (Eigenbilzen), flöjte (Ottersum), flø͂ͅtə (Paal), fløͅytə (Opheers), mein oare fluite mich (Guttecoven), men oeëre fluite (Beverlo, ... ), mien oere fluite (Baarlo, ... ), mn oaren fluite (Valkenburg), mən ōrə fløitə (Tongeren), tuten:   fluiten (Ysselsteyn), flø̄tǝ (Diepenbeek), flø̜jtǝ (Wellerlooi), zingen:   fleite (Bree), flejte (As), fleute (Gulpen, ... ), fleuten (Houthalen, ... ), fleutjə (Meijel), fleutte (Eys), fleutə (Amstenrade, ... ), fleutən (Brunssum), flēūtə (Nieuwenhagen), fluete (Gronsveld, ... ), fluijtə (Sittard), fluite (Blerick, ... ), fluite(n) (Velden), fluiten (Beesel, ... ), fluitte (Geulle), fluitə (Gennep, ... ), fluitən (Urmond), fluten (Eksel), fläöte (Venray), flèùten (Noorbeek, ... ), flèùtjə (Meijel), flöte (Ten-Esschen/Weustenrade), flötə (Wijnandsrade), flø̄.tə (Eys, ... ), andere vogels  fleute (Oirsbeek), floot, v.e. nachtegaal  flödde (Hoensbroek), IPA, omgesp.  fløͅʔə (Kwaadmechelen), merel  fleete (Vlijtingen), merel, lijster  fluite (Venlo), ook: zènge  fleete (Bilzen), ve nachtegaal  fluiten (Wijlre), wwvorm:  fluit (Meijel), wwvorm: hij fluit  flöt (Eijsden), wwvorm: v.e. merel  fluit (Echt/Gebroek, ... ), zwijgen: [eerder "verzwijgen", rk]  fluite (Blitterswijck) II-3, II-6, III-1-1, III-3-1, III-3-2, III-4-1, III-4-4