e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
lijfje [lijfje]:   lefkə (Beringen), lējfkə (Bree), lĕifkə (Maaseik), leͅ(ə)fkə (Lummen), leͅfkə (Velm), liefje (Kerkrade), liefke (Boorsem, ... ), lifke (Sittard), lifkə (Eisden, ... ), lijfje (Sevenum), lijfke (Maastricht, ... ), līēfke (Stevensweert), lèfke (Beverlo), løfkə (Zolder), = 006b.  līēfke (Mechelen), a. Borststuk van katoen, linnen of flanel, voorzien van knopen voor broek op te houden; b. Dunne borstrok; c. Bovenste gedeelte van een kleed, schort etc.  liĕfke (Klimmen), betekenis: a.h.w. een strak vest die de vrouwen onder de borst droegen  lifke (Jabeek), betekenis: alleen in onderlijfke  lefkə (Kermt), betekenis: borstrok  leͅfkə (Hasselt, ... ), liefke (Egchel), lifke (Einighausen), lifkə (Mechelen-aan-de-Maas), betekenis: borstrok voor vrouwen  liefke (Maasniel, ... ), betekenis: borstrok/onderkledingsstuk op blote lijf  leͅfkə (Donk (bij Herk-de-Stad)), betekenis: boven hemd gedragen  lafkə (Opheers), betekenis: boven het hem gedragen  lifkə (Achel), betekenis: boven het hemd  lefkə (Hoeselt), betekenis: bovenhemd zonder mouwen  lèfke (Sint-Truiden), betekenis: een borstrok voor de vrouw  liefke (Susteren), betekenis: een korte borstrok voor vrouwen  liefke (Tungelroy), betekenis: een onderkledingstuk zonder mouwen, hetzij uit linnen, hetzij gebreid  lefkə (Romershoven), betekenis: gebreide borstrok  liefke (Weert), betekenis: gebreide borstrok voor vrouwen en kinderen  liefke (Panningen), betekenis: hemd dat op het blote onderlijf gedragen wordt  lifkə (Lanklaar), betekenis: hemd voor mannen  lefkə (Wintershoven), betekenis: iets wat men onder het kleed draagt meestal op `t blote lijf  leͅfkə (Kermt), betekenis: is dikwijls van wol gebreid en wordt in de winter over `t hemd gedragen  liefke (Baarlo), betekenis: katoenen overrok met kant  liefke (Weert), betekenis: kledingstuk onder `t hemd gedragen  lifkə (Neeroeteren), betekenis: kledingstuk onder hemd  lifkə (Mechelen-aan-de-Maas, ... ), betekenis: kledingstuk, over het hemd gedragen in de winter  lejfke (Aldeneik), betekenis: kort hemd  liefke (Hoensbroek), betekenis: kort kledingstuk, boven het hemd gedragen door vrouwen; bij oude vrouwen: jekske  lifkə (Bree), betekenis: kort onderhemd  lifke (Munstergeleen), betekenis: kort onderlijf  leͅfkə (Rotem), betekenis: korte borstrok voor vrouwen  liefke (Ell), betekenis: korte warme borstrok  liefke (Posterholt), betekenis: linnen borstrok  liĕfke (Boeket/Heisterstraat), betekenis: met de hand of machinaal gemaakt, uit wol of katoen, zonder mouwen en over navel reikend  liefke (Neeritter), betekenis: onder het hemd gedragen  leͅifke (Hechtel), betekenis: onder-en bovenlijf: wat op blote lichaam gedragen wordt en wat daarop gedragen wordt  lēͅfkə (Vliermaal), betekenis: ondergoed op het hemd gedragen voor de warmte `s winters  liefke (Ittervoort), betekenis: onderhemd  leͅfkə (Hasselt), lifke (Sittard), lifkə (Boorsem, ... ), lijfke (Eksel), ləfke (Linkhout), betekenis: onderhemd voor mannen  lɛfkə (Opheers), betekenis: onderhemd voor mannen; borstrok  lēͅfkə (Sint-Truiden), betekenis: onderhemd voor vrouwen  leͅfkə (Halen), betekenis: onderhemd zonder mouwen  lifkə (Kaulille), līfke (Bocholt), betekenis: onderhemd; voetbaltrui  leͅiəfkə (Brustem), betekenis: onderhemdje  lifkə (Eisden, ... ), betekenis: onderhemdje, meestal zonder mouwen  liefke (Bree), betekenis: onderkledingsstuk op blote lijf gedragen  leͅfkə (Halen), betekenis: onderlijf  leͅfkə (Herk-de-Stad), betekenis: onderlijf voor vrouwen  leifkə (Eigenbilzen), betekenis: onderlijfje  lefkə (Hasselt), leͅfkə (Diepenbeek), liefke (Venlo), lifke (Sittard), betekenis: onderlijfje in katoen als het +- koud is, ofwel van wol, gedragen door mannen en vrouwen  leͅfkə (Borlo), betekenis: onderlijfje/gebreid onderlijfje voor verwarming in de winter  leͅfkə (Spalbeek), betekenis: onmiddellijk op het lichaam gedragen  līfke (Opglabbeek), betekenis: over het hemd gedragen kledingstuk  liefke (Swalmen), betekenis: soms onder jurk gedragen (ongerliefke)  liefke (Maasbracht), betekenis: soort borstrok  liefke (Hoensbroek), betekenis: soort onderhempje  liefke (Geulle), betekenis: stupke  liefke (Grathem), betekenis: voor vrouwen, over hemd gedragen, zeer strak  liefke (Tungelroy), betekenis: vrouwenondergoed over het hemd gedragen  liefke (Reuver), betekenis: wat op de blote borst gedragen wordt  liefke (Nuth/Aalbeek), betekenis: wollen borstrok  lejfke (Bree), betekenis: wollen ondergoed dat over het hemd gedragen werd  leͅifkə (Rosmeer), Bloesje dat niet tot aan de rok reikt.  lefkə (Lommel), Borstrok voor dames en kinderen.  liefke (Heerlen), Borstrok, bovenste deel van een jurk.  liefje (Bocholtz), Borstrok.  liefke (Klimmen), liĕfke (Mheer), lijfke (Eijsden), léfkə (Ketsingen), Bovenstuk van het kleed.  lijfke (Maastricht), cf. 6b, c.  lɛfkə (Paal), cfr. 006a.  leͅifkə (Zichen-Zussen-Bolder), leͅjfkə (Val-Meer), Damesborstrok.  liefje (Kerkrade), een bovenkledingstuk, vroeger tamelijk algemeen door de vrouwen gedragen; de benaming geldt enkel voor dit bepaald model, nl. met strakke, aansluitende mouwen en lijfje en een gefronste strook van 15 à 20 cm breedte die rond het middel over de (lange) rok afhing. Deze gerimpelde strook heette lämp  ləfkə (Romershoven), Gebreid onderhemd.  liefke (Mesch), Gedragen door vrouwen op het hemp.  liefke (Mechelen), Gedragen over hemd.  lijfke (Maastricht), Gwl. dim. lijfke.  lijfke (Meeuwen), Hetgeen de mannen onder het overhemd dragen.  leͅfkə (Borgloon), informant: er wordt maar één stuk wollen ondergoed gedragen onder het overhemd  leifkə (Rotem), kan ook van stof zijn  liēfke (Meijel), Kledingstuk met of zonder mouwen onder het hemd.  leͅfkə (Borgloon), kort bovenkledingstuk, door vrouwen over de beha gedragen  liefke (Tegelen), kort haempje  liefke (Blerick), Onderhemd tot op heuphoogte.  leͅfkə (Beringen), Onderhemd voor kinderen.  liefke (Valkenburg), Onderhemd.  laifke (Mal), laifkə (Millen), lāivkə (Grote-Spouwen), Onderhemdje dat men op het blote lijf draagt.  leͅfkə (Kwaadmechelen), Onderhemdje.  leͅfkə (Tongeren), Onderkledingstuk, gedragen op het blote lijf, zowel met als zonder mouwen, lang of kort.  leͅfkə (Beverlo), Onderlijfje voor mannen en jongens.  lĕfkə (Boekt/Heikant), Onderlijfje.  leͅfkə (Lommel, ... ), liefke [lifkə} (Neerharen), Over het hemd gedragen bij vrouwen.  liefke (Schimmert), Sub lijf, 3. lijfke.  li:fkə (Meeswijk), Voor heren en dames.  leifke (Wijk), voor vrouwen  leͅifkə (Genk), Vrouwenhemd.  liefke (Meerssen), Wat men droeg onder het hemd met korte of lange mouwen, wit.  lēͅfkə (Riksingen), Werd en wordt onder het hemd gedragen - met of zonder mouwen.  leͅfkə (Beverlo), Wordt onder het hemd gedragen.  leͅfkə (Tongeren), zie vraag 006 [abc].  leifke (Oost-Maarland), Zowel dames- als herenonderhemden.  lijfe (Borgharen), bakkershemd:   lifkǝ (Bocholt, ... ), lęjfkǝ (Maaseik, ... ), borstrok:   lafkə (Opheers), lefkə (Beringen, ... ), leifke (Oost-Maarland, ... ), leifkə (Rotem), lejfke (Bree), lejfkə (Stokkem), lēͅfkə (Sint-Truiden), lĕfkə (Boekt/Heikant), leͅ`fkə (Hechtel), leͅfkə (Donk (bij Herk-de-Stad), ... ), leͅifkə (Genk, ... ), leͅjfkə (Val-Meer), lie:fke (Meijel), liefje (Bleijerheide), liefke (Amstenrade, ... ), lifke (Limbricht, ... ), lifkə (Kaulille), lijfke (Eijsden, ... ), līēfke (Schimmert, ... ), līfkə (Bocholt), lyfke (Gronsveld), lèfke (Sint-Truiden), léjfke (Bree), lɛfkə (Paal), [sic]  lēkə (Leopoldsburg), citaat informant: "als kind tot +-10 droegen wij een liefkem daarna gelukkig niet meer  liefke (Susteren), informant: bij kinderen  liefke (Panningen), informant: is van linnen  liefke (Boeket/Heisterstraat), informant: voor vrouwen  liefke (Maasniel), sleeptoon  lîefke (Waubach), Uitsl. verkl.  liefke (Weert), borstrok (voor mannen):   lefkə (Hasselt, ... ), leifke (Oost-Maarland, ... ), leifkə (Rotem), leͅfkə (Borgloon, ... ), liefke (Boekend, ... ), lifkə (Achel, ... ), lijfke (Eijsden), lyfke (Herk-de-Stad), lɛfkə (Paal), manslĕfkə (Boekt/Heikant), manslifkə (Kaulille), manslīfkə (Bocholt), manslèfke (Sint-Truiden), manəleͅifkə (Zichen-Zussen-Bolder), manəleͅjfkə (Val-Meer), borstrok (voor vrouwen):   (ôônger)liefke (Neeritter), lafkə (Opheers), lefkə (Zelem), leifke (Oost-Maarland, ... ), leifkə (Rotem), lejfke (Bree), lejfkə (Stokkem), lēkə (Kermt, ... ), lēͅfkə (Sint-Truiden), leͅfkə (Hasselt, ... ), liefje (Kerkrade), liefke (Amstenrade, ... ), lifke (Jabeek, ... ), lifkə (Achel, ... ), lijfke (Eijsden, ... ), līfkə (Meijel), lèfke (Sint-Truiden), lɛfkə (Paal), vrŏlilĕfkə (Boekt/Heikant), vrèùlilifkə (Kaulille), vrölieliefke (Neerpelt), vrəlīlīfke (Bocholt), wēverleͅifkə (Zichen-Zussen-Bolder), wēvərleͅjfkə (Val-Meer), gemaakt van flanel of molton  liefke (Ell), gemaakt van flanle of wol  liefke (Epen), gemaakt van tricot  liefke (Posterholt), Ook voor kinderen.  liefke (Heerlen), borststuk van een schort:   liefke (Nieuwenhagen, ... ), bovenstuk van een jurk:   laifke (Millen), lefke (Beringen, ... ), lefkə (Romershoven), leifke (Caberg, ... ), lēfkə (Rotem), lĕfkə (Boekt/Heikant), leͅfke (Donk (bij Herk-de-Stad), ... ), leͅfkə (Herk-de-Stad, ... ), li-jfke (Bree), lie:fke (Meijel), liefje (Bleijerheide), liefke (Beek, ... ), liefku (Mesch), lifke (Achel, ... ), lifkə (Boorsem, ... ), lijfke (Eksel, ... ), līefke (Hoensbroek), līfkə (Bocholt, ... ), lyfke (Gronsveld), lɛfkə (Kwaadmechelen), korte ie  liefke (Roermond), bustehouder:   liefke (Brunssum, ... ), jak:   leifke (Neeroeteren), lĕifke (Vroenhoven), leͅfkə (Lommel), liefke (Grubbenvorst), lèfke (Wellen), #NAME?  lĭĕfke (Heerlen), jarretelle: of liefke??  leefke (Hout-Blerick), jongenshemd:   laajfke mèt/zonder mauwe (Bilzen), laajfkes (vér joenges) (Bilzen), Hemdje.  lijfke (Eksel), jongenshemd?:   liefke (Brunssum, ... ), liejfke (Maaseik), lijfke (Eijsden, ... ), kamizool: betekenis: lijfje met korte mouwen  lifkə (Achel), kinderhemd: Hemdje.  lijfke (Eksel), kinderhemd?:   liefke (Brunssum, ... ), liejfke (Maaseik), lijfke (Eijsden, ... ), kort onderrokje:   lufke (Diepenbeek), lijfje:   (onger)lifke (Sittard), mannenonderhemd:   laajfke (Bilzen), lafkə (Opheers), laifke (Mal, ... ), lefke (Jeuk, ... ), lefkə (Opheers, ... ), lejfkə (Stokkem), lejke (Kanne), lēͅfkə (Sint-Truiden), leͅfkə (Borgloon, ... ), leͅfkən (Lommel), liefke (Beek, ... ), lifke (Sittard), lifkə (Eisden, ... ), lijfke (Caberg, ... ), léjfke (Bree), löfke (Zonhoven), lɛfkə (Tongeren), Hemdje.  lijfke (Eksel), Onder lm. laif.  lêfkë (Tongeren), syn. stèlleke.  lèfke (Diepenbeek), meisjeshemd: Hemdje.  lijfke (Eksel), meisjeshemd?:   liefke (Brunssum, ... ), lijfke (Eijsden, ... ), onderhemd:   laifke (Mal), lefke (Tessenderlo), lefke (voor man) (Lummen), lefkǝ (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), lefkə (Beringen), leifkə (Rotem), lewfkə (Rotem), liefke (Valkenburg), lifkə (Bocholt, ... ), lijfke (Borgharen, ... ), léjfke (Bree), lęfkǝ (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Winterslag, Waterschei]), lęjfkǝ (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Winterslag, Waterschei]), onderjurk:   liefke (Venray, ... ), uitneembaar frontje:   lefkə (Venray), leͅfke (Halen), vrouwenonderhemd?:   liefje (Kerkrade, ... ), liefke (Beek, ... ), lifke (Sittard), lijfke (Borgharen, ... ), léjfke (Bree), Verkl.  lijfke (Maastricht), Vero.  liefke (Tegelen) II-1, II-5, III-1-3