e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meerstemmige mis meerstemmige mis: mierstemmige mis (Achel) Een meerstemmige mis, muziekmis. [N 96B (1989)] III-3-3
meester meester: Hij hadt veul van voader en moewder, van Pa en Ma, van oewem en taante, van de mester en de gebuur, van den timmermaan (Achel), mɛstər (Achel) (school)meester [RND] || Hij houdt veel van Vader en Moeder, van Pa en Moe, van Oom en Tante, van Meester en Buurman, van den Timmerman [ZND 44 (1946)] III-3-1
meetlint lintmeter: lēntmē̜tǝr (Achel) Een oprolbaar ¬± 150 cm lang meetlint, vervaardigd van linnen en inwendig van koperdraad voorzien om het rekken of krimpen tegen te gaan (Gerritse, pag. 21). Zie afb. 2. [N 59, 2; N 62, 69] II-7
mei mei: mei (Achel), meiboom: Sub richtens: De mèèiboe-w-em stued-aal op t daak, t-sal binnekort richtes zien!  mèèiboe-w-əm (Achel) [Meiboom]. || de tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw [N 112 (2006)] III-3-2
meid, dienstmeid meid: mɛi̯t (Achel) Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.] I-6
meidoorn haagdoorn: zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  haagdoorn (Achel), heg: zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  heg (Achel), pikkerstuin: zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  pikkerstoen (Achel), rode haagdoorn: zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  rooien haagdoorn (Achel), tuin: zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  toen (Achel) haag- of meidoorn, met rode bloemen [ZND 24 (1937)] || haag- of meidoorn, met witte bloemen [ZND 24 (1937)] III-4-3
meikever meikever: ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005  meikever (Achel), mulder: ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005; wit-grijs  mulder (Achel) meikever [ZND 01 (1922)] III-4-2
meineed meineed: meinieëd (Achel) een valse eed, meineed [N 96D (1989)] III-3-1
meisje maagdje: mèchtsje (Achel) maagdje III-2-2
meisje met wie een jongen verkering heeft meid: meid (Achel) het meisje met wie men verkering heeft [parmeteit, meid, fem, frul, caprice] [N 115 (2003)] III-2-2