e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
visvangst vangst: vangst (Achel) alles wat men vangt bij het vissen [vangst, rafel] [N 112 (2006)] III-3-2
vlaai vlaai: Syst. Frings  vloͅəi̯ (Achel) Vla, bekend cirkelvormig gebak met vulling (vlaoj, flaaj, tabbeschaas?) [N 16 (1962)] III-2-3
vlaai met deegdeksel appelvlaai: appelvlaui (Achel), appelvloai (Achel) een dikke appeltaart met deksel [ZND 32 (1939)] III-2-3
vlaaienvulling spijs: Syst. Frings Mnl.  spis (Achel) Vruchtenmoes dat op de vla gesmeerd wordt (spijs?) [N 16 (1962)] III-2-3
vlaams op de letter: hij sprot oppe litter (Achel) vlaams [ZND 23 (1937)] III-3-1
vlaamse gaai bonte melder: bonte melder (Achel, ... ), zie nog bij merel  boͅntə meͅldər (Achel) gaai (34 blauwe veertjes in vleugel; kan veertjes opzetten; hele jaar in bossen; soms in troepjes op trek; echte schreeuwlelijk; ook tam te maken [N 09 (1961)] || vlaamse gaai [ZND 01 (1922)] || vlaamse gaai (meerkol) [ZND 34 (1940)] III-4-1
vlag drapeau (fr.): drapeau (Achel) vlag [ZND 17 (1935)] III-3-1
vlaggen vorstrissen: vǫrstresǝ (Achel) Plaggen of zoden die als nokbedekking worden gebruikt. Tegenwoordig wordt de nok vooral afgedekt met behulp van vorstpannen. Zie ook het lemma 'Vorstpan' in wld II.8, pag. 86. [N F, 9; N 4A, 34b] II-9
vlechten vlechten: vlechten (Achel) Vlechten. Lokken haar op regelmatige wijze kruizelings door elkaar strengelen [vlechten, breien] [N 114 (2002)] III-1-1
vlees derven vlees derven: vlès derven (Achel) Zich onthouden van vlees e.d., zich vlees e.d. ontzeggen. [N 96D (1989)] III-3-3