34288 |
voerschep |
potlepel:
pǫtlēpǝl (L282p Achel),
schepper:
sxøpǝr (L282p Achel),
varkenslepel:
vɛrkǝslēpǝl (L282p Achel),
voerschotel:
vūrsxō.tǝl (L282p Achel)
|
Schep zonder steel om voer uit de koe- of varkensketel te scheppen. [N 18, 9a en 132; JG 1a, 1b]
I-11
|
22627 |
voetballen |
voetballen:
voetballen (L282p Achel)
|
met een bal spelen [ballen, bollen, tossen] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
19486 |
voetbankje |
voetbankje:
vūt˂baŋkskə (L282p Achel)
|
voetbankje [ZND 02 (1923)]
III-2-1
|
19812 |
voetenbankje |
voetbankje:
voetbenkske (L282p Achel)
|
Het bankje om de voeten op te zetten [vootebenkske?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23604 |
voetgebeden |
voetgebeden:
voetgebeden (L282p Achel)
|
De gebeden aan de voet van het altaar, de voetgebeden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17778 |
voetzool |
zool:
zoowl (L282p Achel)
|
hoe heet het onderste vlak van de voet [ZND 40 (1942)]
III-1-1
|
22428 |
vogel op de schutsboom |
vogel:
houten vogel (L282p Achel)
|
de houten vogel die afgeschoten moet worden [N 112 (2006)]
III-3-2
|
24268 |
vogel, algemeen |
vogel (mv.):
mv.
veugel (L282p Achel)
|
gevogelte [ZND 35 (1941)]
III-4-1
|
24487 |
vogelmuur |
mier:
mīr (L282p Achel)
|
Stellaria media L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland en braakliggende gronden met kleine donkere zaadjes en groene blaadjes. Het groeit laag boven de grond in samenhangende trossen en bloeit van februari tot november met kleine witte bloempjes. Kippen (en kanaries) eten het graag en sommige benamingen wijzen ook hierop. De lengte varieert van 10 tot 40 cm. Het is bekender onder de oude naam muur. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1a, 1b, 2c; A 60A, 59; monogr.]
I-5
|
33267 |
vogelpootje, serradelle |
serradelle:
se`dęl (L282p Achel)
|
Ornithopus sativus Brot. Een 30 tot 60 cm hoge plant met rechtopstaande stengel, veervormige blaadjes en roze-witte bloempjes. De plant bloeit van juni tot de herfst en wordt vooral op zandgonden als bemestingsgewas, maar ook als veevoeder geteeld. [N Q, 3; N 11A, 29c; JG 1a, 1b; R 3, 29; monogr.]
I-5
|