e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Achel

Overzicht

Gevonden: 4185
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gelijkspelen gelijkspelen: geliejk speulen (Achel) quitte spelen, niet verliezen maar ook niet winnen [zijn zaad hebben, tot zijn zaad zijn, gelijk spelen, gelijk staan] [N 112 (2006)] III-3-2
gelofte gelofte: gelofte (Achel) Een gelofte [t jelübde]. [N 96D (1989)] III-3-3
geloof geloof: geloeëf (Achel) Het geloof [gloof, geloeëf, geleuf]. [N 96D (1989)] III-3-3
geloven geloven: geleuiven (Achel), geluuven (Achel) Geloven [gleuve, geluuëve, gluive]. [N 96D (1989)] || Geloven. [ZND 35 (1941)] III-3-3
geluksvogel; altijd geluk hebben geluksvogel: ne geluksvogel (Achel) Iemand die altijd geluk heeft. [ZND 35 (1941)] III-1-4
gemak gemak: ook ZND 23, 076  gemaak (Achel) gemak [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: ook materiaal znd 23, 77  gemekkelik (Achel) gemakkelijk [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemeen gemeen: ook materiaal znd 23, 79  gemien (Achel) gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemeente gemeent: gemint (Achel), gemènt (Achel) gemeente [ZND 24 (1937)] III-3-1
gemeentehuis gemeentehuis: gemintenhoeës (Achel), gemèntenhoes (Achel) gemeentehuis [ZND 24 (1937)] III-3-1