e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omhooggaan naar boven gaan: no boven goan (Achel), omhooggaan: omhoeg goan (Achel) Omhooggaan, naar boven gaan (rijzen, (op)stijgen, omhoog gaan) [N 108 (2001)] III-1-2
omhulsel van het teellid sluis: slø̜i̯s (Achel) Schede van de roede. [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
omslag omslag: ømslāx (Achel) Omslag in het algemeen. Boord of rand, doorgaans van verschillende stof of kleur, of met borduurwerk voorzien, welke aan de hals, de mouwen enz. van kledingstukken bevestigd is en bestemd is om omgeslagen of omgevouwen te worden. [N 62, 34e; MW] II-7
omslag [wld ii.7, p.82] omslag: umslaag (Achel) Hoe noemt U de omslag? [N 62 (1973)] III-1-3
omslagdoek (alg.) neusdoek: nøzək (Achel), Vervorming van neusdoek.  nuzzek (Achel) doek die vrouwen om hals en schouder geslagen dragen || schouderdoek, wollen ~ of omslagdoek, soms ook wel over het hoofd gedragen [neus-, nuisdook, nuizek, nuzzing, plak, plaggen, sjelon, falie] [N 23 (1964)] III-1-3
omweiden verplaatsen: vǝrplātsǝn (Achel), verzetten: vǝrzɛtǝn (Achel) Het geregeld verplaatsen van vee. [N 3A, 11; monogr.] I-11
omzetten omzetten: ømzętǝ (Achel) Het met de graanschop omkeren van het op de graanzolder uitgespreide graan. [JG 1a, 1b, 2c] I-4
onbetrouwbare koopman afzetten (ww.): afzetten (Achel), bedriegen (ww.): bedriegen (Achel) Inventarisatie uitdrukkingen voor: scheldwoorden of misprijzende woorden kent uw dialect voor een weinig koopkrachtig en onbetrouwbaar koopman [kremmer, toesser, ruilebuiter, voorsnijer?] [N 21 (1963)] III-3-1
onderbak bak: bak (Achel) Onder de kar opgehangen laadvloertje. [N 17, 86] I-13
onderdeur onderste paardsdeur: ǫndǝrstǝ pęrs˱dø̜̄r (Achel) Het onderste deel van een gehalveerde poortvleugel is meer voor dagelijks gebruik, bedoeld om toegang te verlenen aan voetgangers en kleine voertuigen (karretjes) en om, in gesloten stand, aan vee de doorgang te beletten. In plaats van een onderdeur kan ook een kleine hekdeur van latten gebruikt worden. Zie ook afbeelding 18.e bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 37c en 42d; monogr.] I-6