e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peetoom peetoom: pêtoeme (Afferden), peter: paêter (Afferden, ... ) peetoom [SGV (1914)] || peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] III-2-2
peettante geul: als in freule  gēūl (Afferden), meter: maêter (Afferden) meter (de vrouw, die het kind ten doop houdt en wier naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] || peettante (de tante naar wie iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] III-2-2
penis lul: lul (Afferden), piel: piel (Afferden), piemel: piemel (Afferden), pisje: Kinderwoord.  piske (Afferden), prul: prul (Afferden) [N 10c (1961)] III-1-1
peper peper: pâêper (Afferden), pèèper (Afferden) peper [DC 03 (1934)] III-2-3
persen persen: parse (Afferden) persen [SGV (1914)] III-1-2
perzik pierk: pierk (Afferden) perzik [SGV (1914)] I-7
pet: algemeen kap: kep (Afferden), kips: WNT: kips (I), (vrouwen)hoed, of (mans- of jongens)pet.  kieps (Afferden), pet: pet (Afferden) pet [SGV (1914)] III-1-3
peulvruchten afhalen bonen afhalen: boeëne afhoale (Afferden, ... ) boonen afhalen [SGV (1914)] III-2-3
pijn pijn: pien (Afferden), wee: wee (Afferden) mijn voeten doen mij erg zeer [DC 03 (1934)] III-1-2
pijpbeen pijp: pīp (Afferden) Het gedeelte van het voorbeen van het paard tussen de knieschijf en de koot tot aan de kogel. Het ondereinde van het pijpbeen vormt het kootbeen. Zie afbeelding 2.23. [JG, 1b; N 8, 32.1, 32.3, 32.6, 32.11, 32.14, 32.15 en 32.16] I-9