24512 |
riet |
riet:
riet (L191p Afferden)
|
riet [SGV (1914)]
III-4-3
|
24232 |
rietgors |
rietvink:
rietvink (L191p Afferden, ...
L191p Afferden)
|
rietgors || rietgors (15 man heeft zwarte kop en bef; woont bij het water; veel in riet; is algemeen; trekt ook wel; roep [tsiep]; zang stotterend [tjip...tjip...tjip...tji-di-di] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
32921 |
rij, wiers |
rij:
rēi̯ (L191p Afferden)
|
De langwerpige heuveltjes of stroken waarin het nog niet geheel droge hooi wordt bijeengeharkt voordat het op hopen wordt gebracht. [N 14, 101; JG 1b, 2c en Goossens 1963; A 10, 19; A 16, 2; L 38, 37; monogr.]
I-3
|
28973 |
rijgen |
driegen:
drīgǝ (L191p Afferden)
|
Het voorlopig verbinden van een of twee delen aan elkaar met de rijgsteek, op tafel of op de hand. [N 59, 52b; N 59, 51a; N 59, 51b; N 62, 6; N 62, 7; L 1a-m; L 1u, 41; L B1, 75; Gi 1.IV, 19; MW; S 7; monogr.]
II-7
|
25186 |
rijp, rijmx |
rijm:
riem (L191p Afferden),
rouwvorst:
roowvorst (L191p Afferden)
|
rijm (op boomen) [SGV (1914)]
III-4-4
|
33509 |
rijshout, bonenstaak |
rijs:
ries (L191p Afferden, ...
L191p Afferden),
rīēs (L191p Afferden)
|
Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [SGV (1914)] || rijs [SGV (1914)] || rijzen (mv.) [SGV (1914)]
I-7
|
34643 |
rijtuig |
rijtuig:
rei̯tȳx (L191p Afferden)
|
Personenvoertuig, waarbij niet de huifkar bedoeld wordt. Gezien het feit dat het hier om zaken gaat die reeds lang verdwenen zijn, is de verwarring rond de dialecttermen groot. Dit lemma is samengesteld uit de antwoorden op algemene vragen als "hoe noemt u een tweewielig rijtuig" die geen betrekking hebben op een specifieke soort. Ook de meer algemene antwoorden die in N 101 bij de vragen naar bepaalde soorten rijtuigen opgegeven werden, zijn hier verwerkt. De veel voorkomende opgaven "koets" en "sjees", de bekendste vier- en tweewielige rijtuigen, zijn in de betreffende lemmata opgenomen. [N 101, 1-14; N G 51; L 1 a-m; L 28, 24; L 36, 70; LA 288; S 18, 30; Wi 16; monogr]
I-13
|
18396 |
ring |
ring:
en Ring (L191p Afferden)
|
ring [GTP]
III-1-3
|
33582 |
ringen, randen verwijderen van peulvruchten |
afhalen:
afhoale (L191p Afferden)
|
[SGV (1914)]
I-7
|
24234 |
ringmus |
ringmus:
ringmus (L191p Afferden)
|
Hoe heet de ringmusch? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|