e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitwerpselen stront: stroont (Afferden) uitwerpselen [N 10c (1961)] III-1-1
unster ponder: mit unne punder wêge (Afferden), punder (Afferden) unster (balans) [SGV (1914)] || unster [met een ~wegen] [SGV (1914)] III-3-1
urine pis: pis (Afferden), zeik: zeik (Afferden) urine [N 10c (1961)] III-1-1
vaars maal: mǭl (Afferden) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatdoek schotelslet: sxotəlsleͅt (Afferden) vaatdoek [SGV (1914)] III-2-1
vademen in de/een naald(e) doen: en dǝ nǭlt dūn (Afferden) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vader vaatje: wordt door de kleintjes gezegd; cf. WNT s.v. "va"; dim. "vaatje"en "vake  vake (Afferden), vad: dit zeggen kinderen  fat (Afferden), vader: vader (Afferden, ... ) (vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader [SGV (1914)] || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] || vader; Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] III-2-2
vagevuur vagevuur: vagevuur (Afferden) vagevuur [SGV (1914)] III-3-3
vagina, geslachtsorgaan van de merrie kling: kleŋk (Afferden) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
valgordijn, rolgordijn rolgordijn: rolgordien (Afferden) valgordijn [SGV (1914)] III-2-1