e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

Gevonden: 1858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grote hoeveelheid, hoop hoop: hoeëp (Afferden), hopen (mv.): huuëp (Afferden) hoop [SGV (1914)] || hoopen (mv.) [SGV (1914)] III-4-4
grote lijster dobbele lijster: dobbel liester (Afferden), dobbelliester (Afferden) grote lijster || grote lijster (27 forse vogel; vlekken vallen meer op dan bij zanglijster [019]; krachtige vlucht; ook op trek; broedt tegenwoordig ook bij woningen; luide zang en nest lijken op merel [018]; roep is hard geratel [N 09 (1961)] III-4-1
grutto griet: griet (Afferden), gruut: groet (Afferden) grutto || grutto (41 lange rechte bek en poten; wit in de vleugel; luidruchtig; algemeen in weiland; roep onder de pronkvlucht hoog in de lucht [grrieto, grrieto] [N 09 (1961)] III-4-1
gruwelijk schrikkelijk: schrikkelijk (Afferden) gruwelijk [SGV (1914)] III-1-4
guit guit: gŭŭt (Afferden) guit [SGV (1914)] III-1-4
gulden gulden: gulde (Afferden) gulden [SGV (1914)] III-3-1
gunnen gunnen: gunne (Afferden) gunnen [SGV (1914)] III-1-4
gutsbeitel guts: gøts (Afferden) Een beitel met een blad dat in dwarsdoorsnede een meer of minder gebogen vorm heeft. De snede bevindt zich aan de holle of aan de bolle zijde van het beitelblad. De gutsbeitel wordt gebruikt voor het steken van ronde vormen en, volgens de respondent uit Rothem (Q 99*), voor het groter maken van reeds geboorde gaten. Zie ook afb. 69 en de lemmata ɛfermetgutsɛ en ɛsteekgutsɛ.' [N 47, 11a; N 53, 39a-c; A 32, 2; monogr.] II-12
guur, kil en schraal weer koud (weer): kalt (Afferden, ... ) kil [SGV (1914)] III-4-4
haagappel haagappel: haagappel (Afferden) haagappel [SGV (1914)] III-4-3