e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

Gevonden: 1858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hersenen hersens: herses (Afferden) hersenen [SGV (1914)] III-1-1
het paard leiden mennen: męnǝ (Afferden), met de leis: met˱ dǝ lęi̯s (Afferden  [(leis: toom / teugel)]  ) Het paard leiden of mennen door het met de teugels te sturen. Werkwoorden zoals varen en leiden werden niet door alle corresponenten gegeven. [N 8, 100 en 101b; Wi 25; monogr.] I-10
het paard wennen aan tuig en arbeid aanspannen: anspanǝ (Afferden), tuigen: tȳgǝ (Afferden) [N 8, 99] I-9
het vuur aansteken aanstoken: aanstoker van een twist = oorêpel  anstoake (Afferden) aanstoken [SGV (1914)] III-2-1
het vuur doven uitdoen: uutdo͂e͂n (Afferden), uitmaken: uutmaake (Afferden) doven, laten uitgaan, gezegd van vuur in de kachel [N 07 (1961)] III-2-1
heten heten: hiete (Afferden) heeten [SGV (1914)] III-2-2
heup heup: höp (Afferden) heup [SGV (1914)] III-1-1
heuvel, kleine hoogte hoogte: högt (Afferden) hoogte [SGV (1914)] III-4-4
hiel hak: hak (Afferden, ... ) hak (van de voet) [SGV (1914)] || hiel, hak [SGV (1914)] || voet: hak van de voet [vaesj, veers, hak] [N 07 (1961)] III-1-1
hijgen hijgen: hiege (Afferden) hijgen (naar adem) [SGV (1914)] III-1-2