e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P120p plaats=Alken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loodplank lood: loǝt (Alken) Instrument om te onderzoeken of iets horizontaal ligt of overal even hoog is. Zie ook afb. 30. De loodplank werd als volgt vervaardigd. In een rechthoekig houten bord sloeg men aan de bovenkant, in het midden, een haak. Vanuit die haak werd een loodlijn getrokken naar de onderzijde van het bord. Aan de haak werd een touw met ijzeren gewichtje (vgl. het schietlood) bevestigd. Als men wilde controleren of een muur waterpas was, werd de loodplank er bovenop geplaatst. Wanneer het gewicht ten opzichte van de streep naar links of rechts uitweek, was de muur niet horizontaal. Naast de vierkante loodplank kende men ook een driehoekig model. [N 30, 12c; monogr.] II-9
loodzegeltje loodje: lø̄jtšǝ (Alken) Loodzegeltje waarmee de molen in oorlogstijd afgesloten werd. Zie ook het lemma ɛmaalvergunningɛ.' [Grof 297] II-3
lopen lopen: loupə (Alken), lǫu̯pǝ (Alken) lopen: Hebt ge Klaas zien lopen ? [ZND 44 (1946)] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82] I-9, III-1-2
loper bovenste: bǭvǝstǝ (Alken) De bovenste, draaiende molensteen. De loper had in Q 99 drie soorten kerven, de ligger daarentegen maar één. Zie ook het lemma ɛscherpselɛ.' [N O, 17c; A 42A, 31; N D, 7; Sche 47; Vds 85; Jan 121; Coe 98; Grof 117; monogr.] II-3
loten loten: lōēte (Alken) het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren] [N 112 (2006)] III-3-2
luchtbel drup: drøp (Alken) De luchtbel in de vloeistof van de waterpas. [N 30, 12b; monogr.] II-9
luchtpijpen luchtpijpen: luchtpijpen (Alken) Luchtpijpen (loospijpen). [N 109 (2001)] III-1-1
lucifer stekje: stekske (Alken, ... ) lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)] III-2-1
lui (lieden) mensen: mensə (Alken, ... ) mensen [RND] || volk [RND] III-3-1
luid schreien keken: ook materiaal znd 28, 53  kjəkə (Alken), schreeuwen: ook materiaal znd 28, 53  schrievə (Alken) luid schreien, krijten [ZND 01 (1922)] III-1-4