e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vals vals: vâls (Altweert) gemeen III-1-4
vangbalk vangbalk: vaŋbalǝk (Altweert) De zware balk die de vang aantrekt. De vangbalk is met één uiteinde aan de vangezel bevestigd, terwijl het andere einde los hangt en op en neer kan bewegen. In de buurt van het vaste einde is de balk door middel van het lange sabelijzer met het sabelstuk van de vang verbonden. Zie ook afb. 51.4 en 53. [N O, 12l; A 42A, 80; monogr.] II-3
varen (alg.) kant: kânt (Altweert), vaan: mv.  vaane (Altweert) varens III-4-3
varken met een doorgezakte rug zaalrug: zālrø̜k (Altweert) [N 76, 19] I-12
varken met een te hoge rug karprug: kɛrprø̜k (Altweert) [N 76, 18] I-12
varken met hangende oren landvarken: lantvęrǝkǝ (Altweert) Varken van het ras dat hangende oren heeft. [N 76, 1a] I-12
varken met staande oren spitsoor: spetsuǝr (Altweert), yorkshire: yorkshire (Altweert) Varken van het ras dat staande oren heeft. [N 76, 1b] I-12
varken van acht tot twaalf weken scheuteling: sxø̄tǝleŋ (Altweert) De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12
varken van drie tot vijf maanden mestvarken: męstvɛrǝkǝ (Altweert) Een halfvet varken van 50 tot 80 kg. Volgens het WNT (III, 1 p. 1460) is een broeiling een "speenvarken", eigenlijk een "varken geschikt om te broeien". Het gaat hier dus om een varken dat zo goed als slachtklaar is. [N 76, 3d; JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 19, 8; L 37, 49f; N 19, 4a; A 4, 4b; monogr.; N 19, Q 111 add.] I-12
varken van vier tot acht weken speenbag: spiǝnbax (Altweert) [N 76, 3b; L 37, 49f; monogr.] I-12