e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweert

Overzicht

Gevonden: 1278
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
helpen helpen: hêllepe (Altweert) helpen III-1-4
helpen bij het biggen werpen afhalen: āfhālǝ (Altweert), baggen halen: bagǝ hālǝ (Altweert) De zeug helpen bij het werpen van de biggen, gezegd van de boer. [N 76, 40] I-12
hen zonder staart bolstuit: bē̜lstȳt (Altweert) [N 19, 62b; monogr.] I-12
hengsel hengel: he.ŋəl (Altweert) hengsel, handgreep III-2-1
hengselduim sleep: (mv)  slęj.pǝ (Altweert) Het gedeelte van een duimhengsel, dat op het kozijn of in de muur wordt bevestigd. Het bestaat uit een metalen pin, waarbij aan een uiteinde een oog is aangebracht. Veer en duim worden met behulp van een stift draaibaar aan elkaar vastgemaakt. [N 54, 80c; monogr.] II-9
herderstasje mager mannetje: maagermen’kes (Altweert) herderstasje III-4-3
herfstsering kermisbloem: kêrmesbloom (Altweert) floks III-2-1
herik herik: haerik (Altweert) herik III-4-3
hermelijn fluwijn: flewiên (Altweert) hermelijn, wezel III-4-2
het huwelijk ontbinden scheiden: scheî-je (Altweert) scheiden III-2-2