e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweert

Overzicht

Gevonden: 1278
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koekje knapkoek: Specialiteit in Maaseik, Wessem en Nederweert Verklw. knapkukske  knapkoôk (Altweert), pletsertje: Uitsluitend verklw.  plet’serke (Altweert), sletsertje: Uitsluitend verklw.  sletserke (Altweert) koekje || plat en rond koekje met gekartelde rand en van boven met suiker bestrooid || ruitvormig geel gebak met een scheut ammoniak in het beslag III-2-3
koffiedik dras: dras (Altweert) koffiebezinksel III-2-3
koken (intr.) koken: Weem koeëktj heej: wordt gezegd als iemand aanmerkingen heeft over het eten  koeëke (Altweert) koken III-2-3
koken (tr.) koken: koôke (Altweert) koken III-2-3
kokmeeuw keek: keek (Altweert) kokmeeuw III-4-1
kom kom: kom (Altweert), staar: stā.r (Altweert) aardewerken kom, blauw van kleur en met hoge vorm, met 2 oren voor braadworst of zuurkool || kom III-2-1
komisch komiek: kemiek (Altweert) kluchtig, eigenaardig III-1-4
koning koning: kȳǝneŋ (Altweert) De zware staande as die bij de Hollandse molen de drijfkracht van de roeden overbrengt vanaf het aswiel via wieg of bovenbonkelaar en spoorwiel naar de rondsels van de staakijzers. Zie ook afb. 64.23. [N O, 50d; Sche 40; monogr.; A 42A, 14] II-3
kooi voor mestvarkens meststal: męststal (Altweert), varkensstal: vɛrkǝsstal (Altweert) Hier staan de betrekkelijk zeldzame specifieke benamingen voor het hok van de mestvarkens bijeen. Vergelijk de toelichting bij het lemma "hok voor de beer" (2.4.8). [N 76, 41c] I-6
kookkachel, fornuis cuisinière (fr.): kwezənjēͅr (Altweert), fornuis: fərny(3)̄.s (Altweert) fornuis III-2-1