27448 |
beton |
beton:
bǝton (L318d Altweert),
bǝtoŋ (L318d Altweert)
|
Een mengsel van cementspecie met een grove toeslag, bijv. grind, steenslag of bims, dat in bepaalde verhouding onder toevoeging van water wordt gemengd en tot een steenachtige massa verhardt. Een betonmengsel van één deel cement, twee delen zand en drie delen kiezel werd in L 321 een 'missing' ('meseŋ'), van 'missen' ø̄mengenø̄, genoemd. [N 30, 47a; N 30, 50; monogr.]
II-9
|
24561 |
beuk |
beuk:
buuëk (L318d Altweert)
|
beuk
III-4-3
|
20180 |
bevallen |
kramen:
kraome (L318d Altweert)
|
bevallen
III-2-2
|
24545 |
bevertjes |
rijertje:
mv.
ri-jjerkes (L318d Altweert)
|
trilgras
III-4-3
|
19613 |
bezem |
bezem:
biəsəm (L318d Altweert)
|
bezem
III-2-1
|
18827 |
bezorgd |
bezorgd:
bezörgtj (L318d Altweert)
|
bezorgd
III-1-4
|
20830 |
bier |
bier:
beer (L318d Altweert)
|
bier
III-2-3
|
20640 |
bierpap |
bierpap:
Als men dit eet bij verkoudheid of griep kan men goed transpireren e kappertje beer: een klein glas bier (voor dames met suiker) naaks beer: bier zonder suiker E glaeske beer
beerpap (L318d Altweert),
slemp:
slêmp (L318d Altweert)
|
bierpap, slemp || kooksel van melk, meel en vbier
III-2-3
|
34238 |
biestmelk |
biest:
bēst (L318d Altweert)
|
De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.]
I-11
|
34358 |
biggen overzetten |
overzetten:
uvǝrzętǝ (L318d Altweert),
verzetten:
vǝrzętǝ (L318d Altweert)
|
Biggen van de ene zeug bij die van een andere zetten. [N 76, 48]
I-12
|