31609 |
hoefmes |
renet:
rǝnɛt (L318e Altweerterheide
[(kromgebogen mes voor het verwijderen van overtollige hoorn alvorens een paard een nieuw hoefijzer onder te leggen)]
)
|
Het mesachtige werktuig waarmee de paardenhoef wordt bijgesneden en gereinigd alvorens het nieuwe hoefijzer wordt geplaatst. Zie ook afb. 228. Invullers uit L 165 en L 213 gebruikten een tang om hoorn van de hoef af te knippen. [JG 1a; JG 1b; N 33, 363-365; monogr.; N 33, 181]
II-11
|
24324 |
hommel |
hommeltje:
mv.
hummeltjer (L318e Altweerterheide)
|
hommel
III-4-2
|
19784 |
hond |
duuk:
duuk (L318e Altweerterheide, ...
L318e Altweerterheide),
hond:
hoónt (L318e Altweerterheide, ...
L318e Altweerterheide)
|
hond
III-2-1
|
19782 |
hondenhok |
hondskooi:
hoŋskuəi̯ (L318e Altweerterheide)
|
hondenhok
III-2-1
|
20767 |
hoofdkaas |
hoofdkaas:
Huitkieës met broeët
huitkieës (L318e Altweerterheide)
|
zult
III-2-3
|
19654 |
hoofdkussen |
kopkussen:
koͅpkøͅsə (L318e Altweerterheide)
|
hoofdkussen
III-2-1
|
24344 |
hoofdluis |
luis:
loês (L318e Altweerterheide)
|
luis
III-4-2
|
24325 |
hooiwagen |
hooiwagen:
hoeëjwaage (L318e Altweerterheide)
|
hooiwagen, bastaardspin
III-4-2
|
24169 |
hop |
hophak:
zangvogel
hoephak (L318e Altweerterheide),
poeperd:
vogel
poepert (L318e Altweerterheide)
|
hop
III-4-1
|
22183 |
houtduif |
houtduif:
houtdoef (L318e Altweerterheide)
|
bosduif
III-4-1
|