19883 |
koper poetsen |
poetsen:
pŏtsə (Q102p Amby)
|
metaal met behulp van vloeibare of zachte poetsmiddelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19582 |
kopje |
bak:
bak (Q102p Amby),
tas:
tas (Q102p Amby)
|
een kop koffie [SGV (1914)] || kopje, tas [ZND 28 (1938)]
III-2-1
|
22740 |
kopjeduikelen |
een tuimelaar maken:
n tomeleir maken (Q102p Amby),
over zijn kop tuimelen:
euver zne kop toemele (Q102p Amby)
|
hij kan over zijn hoofd tuimelen (buitelen), een tuimeling maken [ZND 08 (1925)]
III-3-2
|
20368 |
koppelen |
koppelen:
koppele (Q102p Amby)
|
koppelen; twee personen tot een huwelijk met elkaar brengen [lappen, koppelen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
19325 |
koppig |
koppig:
köppig (Q102p Amby),
ook materiaal znd 28, 31
kuppig (Q102p Amby)
|
koppig [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
20109 |
korenbloem |
korenbloem:
kōrǝblǫm (Q102p Amby),
-
koore blom (Q102p Amby),
kooreblom (Q102p Amby),
koreblom (Q102p Amby),
korəblom (Q102p Amby)
|
Centaurea Cyanus L. Een niet meer zo algemeen voorkomende plant met blauwe bloemen, een spinselachtig behaarde stengel en dunne lancetvormige bladeren, die groeit in korenvelden, op zandgronden en in bermen. De plant bloeit van juni tot augustus en varieert in hoogte van 30 tot 60 cm. [A 13, 14; L 34, 31; monogr.; add. uit JG 1b] || korenbloem [DC 13 (1945)]
I-5, III-4-3
|
24539 |
kornoelje (alg.) |
konkernol:
konkernùl (Q102p Amby),
kornoelje:
kernaalje (Q102p Amby)
|
kornoelje [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
20617 |
korst |
vers korstje:
verzamelfiche, ook materiaal van ZND 01 (a-m vraag 23 a en b zijn samengevoegd.
veersch keurschke (Q102p Amby)
|
eerste (verse) en laatste (oudbakken) korst van het brood [ZND 02 (1923)]
III-2-3
|
18013 |
kortademig |
dempig:
daempix (Q102p Amby),
kort:
kort (Q102p Amby)
|
dempig [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)]
III-1-2
|
21132 |
korter maken |
afsnijden:
aafscheje (Q102p Amby)
|
een af te leggen afstand korter maken door een rechtere weg te nemen (richten) [N 90 (1982)]
III-3-1
|