id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
22648 | vastenavond | vastelavond: vastəloͅ.vənt (Amby), vastenavond: vastenaovend (Amby), vastenavend (Amby) | t Is Vastenavond. [ZND 08 (1925)] || vastenavond [RND] || Vastenavond [SGV (1914)] III-3-2 |
23332 | vastendag | vastendag: vastendaag (Amby) | vastendag [SGV (1914)] III-3-3 |
23331 | vastentijd | vasten: vaste (Amby) | vasten [SGV (1914)] III-3-3 |
21284 | vechten | vechten: fɛxtə (Amby) | Hij deed geheel de wereld vechten. [RND] III-3-1 |
34266 | vee | dieren: dērǝ (Amby), vee: vi (Amby) | Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.] I-11 |
20503 | veel drinken | lepsen: lèpsche (Amby), zuipen: zoepe (Amby), zoepen (Amby) | drinken; Hoe noemt U: Veel en met graagte drinken (loeriën, leerzen) [N 80 (1980)] || zuipen [DC 35 (1963)] || zuipen (overmatig drinken) [ZND 08 (1925)] III-2-3 |
20497 | veelvraat | gulzigaard: gölzigaart (Amby) | veelvraat; Hoe noemt U: Iemand die gulzig is, gulzigaard (vraat, fretter, veelvraat, doorjager) [N 80 (1980)] III-2-3 |
26703 | veengrond, stuk niet ontgonnen hei of woeste grond | ven: ven (Amby) | Een stuk grond waarop het mogelijk is een bepaald soort turf te steken. [I, 3; N 27, 4a; N 27,18a; S 39] II-4 |
21182 | veerpont | pont: poont (Amby), veer: veer (Amby) | het vaartuig dat dient om voertuigen, personen enz. over een rivier te voeren [pont, veer, pomp, overzet, overzetter, overlaat, vlot] [N 90 (1982)] || veer (overvaart) [SGV (1914)] III-3-1 |
19431 | vegen, keren | vegen: vêgen (Amby) | vegen [SGV (1914)] III-2-1 |