18945 |
gemeen |
gemeen:
gemein (Q102p Amby),
ook materiaal znd 23, 79
gemein (Q102p Amby)
|
gemeen [SGV (1914)] || gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21465 |
gemeente |
gemeente:
gemeinte (Q102p Amby),
gemunte (Q102p Amby)
|
gemeente [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
21718 |
gemeentebelasting |
gemeentebelasting:
gemeintebelasting (Q102p Amby)
|
de belasting die slechts voor één gemeente of stad geldt [octrooi, binnenboek, gemeentelasten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21712 |
gemeenteheide |
hei:
de heij (Q102p Amby)
|
de gemeenteheide [aard] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21494 |
gemeentehuis |
gemeentehuis:
Het gemeentehuis staat in het midden van het dorp.
gemeintenhoes (Q102p Amby)
|
gemeentehuis [ZND 12 (1926)]
III-3-1
|
21705 |
gemeentesecretaris |
secretaris:
sikkertaris (Q102p Amby)
|
het hoofd van de secretarie [administratie] van een gemeente [griffier, secretaris, sikkeltaris, sik] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18958 |
gemene vrouw |
canaille (fr.):
t is n kernaalje (Q102p Amby),
kwaad wijf:
das e koed wief (Q102p Amby),
loeder:
loeder (Q102p Amby)
|
Dat is een kwaad wijf. [ZND 08 (1925)] || een vrouw met een slecht en gemeen karakter [venijn] [N 85 (1981)] || t Is een venijn (kwaad wijf). [ZND 08 (1925)]
III-1-4
|
18814 |
gemoed |
gemoed:
gemoot (Q102p Amby)
|
het binnenste van de mens als zetel van zijn gevoel [moed, gemoed] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18165 |
genezen |
beter:
beter (Q102p Amby),
genezen:
geneze (Q102p Amby)
|
Genezen: hersteld, beter (klaar). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18817 |
genoegen (doen) |
content:
kontent (Q102p Amby)
|
tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|