e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

Gevonden: 3110
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grote hoeveelheid, hoop hoop: houp (Amby, ... ), Opm. is het Duitse woord haupt.  huip (Amby), hopen (mv.): huip (Amby) hoop [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] || hoopen (mv.) [SGV (1914)] III-4-4
grote knikker dikke huif: dikke huif (Amby) Een grote knikker. [N R (1968)] III-3-2
grote schoonmaak grote poets: də groetə pŏts (Amby), schoonmaak: de schoenmaak is achter də rŭk (Amby), de schoenmaak is gedoon (Amby) de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)] III-2-1
gruwelijk gruwelijk: gruwelek (Amby), gruwelijk (Amby) grote schrik opwekkend, afschuwwekkend [erg, gruwelijk, ijselijk] [N 85 (1981)] || gruwelijk [SGV (1914)] III-1-4
guit snaak: snaak (Amby) guit [SGV (1914)] III-1-4
guitig plagen: plaoge (Amby) vrolijk plagend of op overmoedige wijze grappig [farsig, guitig] [N 85 (1981)] III-1-4
gulden gulden: gulle (Amby), gŭlle (Amby) gulden [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] III-3-1
gulzig gulzig: gölzig (Amby) gulzig; Hoe noemt U: Snel en onmatig in het verorberen van voedsel of drank; schrokachtig (gulzig, gruizig, vratig, slokachtig) [N 80 (1980)] III-2-3
gunnen gunnen: gunne (Amby) gunnen [SGV (1914)] III-1-4
gunst gunst: geuns (Amby) de welwillende, gunstige gezindheid van de ene persoon tegenover de andere [gunst, jonst] [N 85 (1981)] III-1-4