19825 |
mattenklopper |
mattenklopper:
matteklöpper (Q038p Amstenrade)
|
mattenklopper [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
20909 |
mayonaise |
mayonaise:
màjjənéés (Q038p Amstenrade)
|
mayonaise [RND]
III-2-3
|
18129 |
mazelen |
rodehond:
roode hond (Q038p Amstenrade)
|
Hoe noemt men de besmettelijke kinderziekte waarbij de huid vele kleine rode vlekjes vertoont (Nederl. mazelen)? [DC 25 (1954)]
III-1-2
|
18855 |
medelijden |
metlijden:
mitlîêjə (Q038p Amstenrade)
|
een gevoel van smart over het leed van andere mensen [medelijden, kompassie, deernis, deer] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21273 |
meester |
meester:
mɛistər (Q038p Amstenrade)
|
(school)meester [RND]
III-3-1
|
22458 |
mei |
mei:
meͅi (Q038p Amstenrade)
|
De tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22452 |
meiboom |
mei:
męj (Q038p Amstenrade),
meiboom:
meͅibōm (Q038p Amstenrade)
|
De omstreeks 1 mei op het dorpsplein opgerichte boom die, met linten en kransen versierd, het middelpunt van allerlei volksvermaken vormde [meiboom]. [N 88 (1982)] || Versierde tak, kleine boom of vlag die op de nok van een onderdak gebracht huis wordt geplaatst. [N 88, 183; monogr.]
II-9, III-3-2
|
33337 |
meid, dienstmeid |
maagd:
māt (Q038p Amstenrade),
maagdje:
mɛ̄tjǝ (Q038p Amstenrade)
|
Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.]
I-6
|
24582 |
meidoorn |
meidoorn:
-
meideur (Q038p Amstenrade)
|
meidoorn [DC 13 (1945)]
III-4-3
|
24331 |
meikever |
meikever:
meikever (Q038p Amstenrade),
WBD/WLD
mijkīēvər (Q038p Amstenrade)
|
Hoe noemt u de meikever: een soort kever, 24-30mm lang; met dekschild, de poten en sprieten zijn bruinrood, de kop en het borststuk zwart met op de onderzijde een dichte witte beharing; de buiksegmenten zijn zwart met aan elke zijde een opvallende, helwit [N 83 (1981)] || meikever, algemeen [DC 18 (1950)]
III-4-2
|