18048 |
roof(je) (korst op een wonde) |
roof(je):
reufke (Q038p Amstenrade)
|
Een roofje (korstje) op een wond. [DC 14 (1946)]
III-1-2
|
24239 |
roofvogel, algemeen |
stootvogel:
sjtôêtvōēgəl (Q038p Amstenrade)
|
een roofvogel (klamper) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
33714 |
rooien |
uitrotten:
ūtrǫtǝ (Q038p Amstenrade)
|
Een stuk grond ontdoen van bomen, boomstronken, wortels en struikgewas. Een object als struiken, stronken, bomen, puisten is niet gedocumenteerd. [N 27, 6; N 27, 8b; R 3, 1; monogr.]
I-8
|
33203 |
rooien met de schop of de riek, uitsteken |
steken:
stē̜kǝ (Q038p Amstenrade)
|
Aardappelen uit de grond halen met handgereedschap: met de riek of de schop, met de vork of de haak. Vergelijk ook de volkskundige kaart 21 over het gebruik van gereedschap om te rooien. De riek (zie de lemmaɛs Aardappelriek en Riek Om Te Rooien) is wel het meest gebruikte gereedschap om te rooien. Daarmee wordt dan in één beweging geschud en het kruid of loof dat na het schudden aan de riek blijft hangen opzij gelegd. Als men met de schop rooit wordt de hele kluit uit de grond gehaald en later geschud. Ook hier zijn alleen de opgaven opgenomen voor zover deze afwijkend zijn van de opgave voor "rooien, algemeen". Voor uitweiden vergelijk geweide, gewei "ingewand" en du. weiden "ingewanden weghalen bij een geslacht dier". Voor de fonetische documentatie van uitdoen, zie het lemma Rooien, Algemeen. [JG 1a, 1b, 1c; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d3; Lu 1, 17d3]
I-5
|
20516 |
rookvlees |
rookvlees:
reukvleesj (Q038p Amstenrade)
|
rookvlees; Hoe noemt U: Een stuk gerookt vlees (krep, rookvlees) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20676 |
room |
room:
Room (Q038p Amstenrade),
rōm (Q038p Amstenrade)
|
Het vette deel van de ongekookte melk dat boven komt drijven, als men de melk rustig laat staan. [N 6, 15a; N 16, 17; L 6, 15; L 14, 22; JG 1a, 1b, 2c; A 7, 15; A 39, 7a; Wi 53; Gwn 10, 1; monogr.] || room [DC 39 (1965)]
I-11, III-2-3
|
20084 |
roos (rosa) |
roos:
ruəzə (Q038p Amstenrade)
|
rozen [RND]
III-2-1
|
22426 |
roos van de schietschijf |
roos:
rūəs (Q038p Amstenrade)
|
De ronde plek die dient als middelpunt van een schietschijf [roos, gaudeaan]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20955 |
rot |
rot:
WBD\\WLD
ròt (Q038p Amstenrade)
|
Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33534 |
rot, van fruit |
rot:
WBD\\WLD
ròt (Q038p Amstenrade)
|
Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)]
I-7
|