e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schram schram: sjràm (Amstenrade) Schram: streepvormige, zeer ondiepe verwonding van de bovenhuid (kras, schram, krab). [N 84 (1981)] III-1-2
schrammen schrammen: sjràmmə (Amstenrade) Schrammen: de bovenhuid zeer licht openrijten (schrammen, krassen, skrassen). [N 84 (1981)] III-1-2
schrede trede: trééə (Amstenrade) Pas, stap: het plaatsen van de ene voet voor de andere bij het gaan (treden, tred, schrede, loop, stap). [N 84 (1981)] III-1-2
schreeuwen kwaken: kwáákə (Amstenrade) luid en doordringend roepen, schreeuwen [kweken, kwaken, keken, schreien, krijten, krijsen] [N 87 (1981)] III-3-1
schrikken zich verschrikken: zich vərsjrikkə (Amstenrade) door een plotseling angstgevoel bevangen worden en daardoor een onwillekeurige beweging maken [schrikken, verschieteen, ijzen] [N 85 (1981)] III-1-4
schrobben de stoep schrobben: en den dörpel  de stoep schroebe (Amstenrade) schrobben [DC 15 (1947)] III-2-1
schrobbezem schrobber: schrúuber (Amstenrade) bezem om de vloeren mee te schrobben (boender, schrobbessem, wasser, luiwagen) [N 20 (zj)] III-2-1
schuchter bleu: blûu (Amstenrade) bang om de aandacht te trekken of zich te vertonen [blode, bedeesd, beschaamd, schuchter] [N 85 (1981)] III-1-4
schudden van vruchten schudden: WBD\\WLD  sjöddə (Amstenrade) Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] I-7
schuier schuier: scheuer (Amstenrade) stofborstel om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen, enz. te verwijderen [DC 15 (1947)] III-2-1