e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

Gevonden: 2103
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haarstaart staart: sjtàrt (Amstenrade) het los neerhangende gedeelte van het haar, als men het bijeen gebonden draagt [staart, keu, vlecht] [N 86 (1981)] III-1-1
haas haas: haas (Amstenrade) haas [DC 07 (1939)] III-4-2
haasje-over bokspringen: boksjpreŋə (Amstenrade), /  boksjpringe (Amstenrade) haasje over [SND (2006)] || Het spel waarbij elke speler op zijn beurt achtereenvolgens over al de anderen die voorovergebogen, met de handen op de knie, op een rij staan, heenspringt [pieën, over het lijfje springen, bokspringen, voetje, broek over de haag]. [N 88 (1982)] III-3-2
haast hebben jakkeren: jàkkərə (Amstenrade) door haast gedreven zijn, uit gejaagdheid zich haasten [jachten, jakken] [N 85 (1981)] III-1-4
hagedis hagedis: hagedis (Amstenrade) hagedis [DC 07 (1939)] III-4-2
hagelbui hagelbui: hagelbüj (Amstenrade) hagelbui [DC 16 (1948)] III-4-4
hak van een schoen hak: hak (Amstenrade) hak van een schoen [pollevie, plevie, hiel] [N 24 (1964)] III-1-3
hakmes heep: hièèp (Amstenrade) hakmes, hiep [Roukens 03 (1937)] III-2-1
half- of stiefbroer stiefbroer: šteͅi̯f˂broͅu̯ər (Amstenrade) half- of stiefbroeder [DC 05 (1937)] III-2-2
half- of stiefzuster stiefzuster: šteͅi̯f˃zøͅstər (Amstenrade) half- of stiefzuster [DC 05 (1937)] III-2-2