e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

Gevonden: 2103
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
laars tot of boven de knie gamasche: kamasj (Amstenrade), stevel: stevele (Amstenrade) Hoe noemt men de laarzen (die tot of boven de knie reiken)? [DC 09 (1940)] || laars waarbij de schacht het hele onderbeen bedekt [kapleers, kapsjtievel, kamasj] [N 24 (1964)] III-1-3
laarzenschacht schacht: sjach (Amstenrade) schacht van een laars [sjach, sjteevelschach] [N 24 (1964)] III-1-3
lage herenschoen, molière lage schoen: liég sjoon (Amstenrade) herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)] III-1-3
lage klomp klomp: [klomp] (Amstenrade) Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.] II-12
lage klomp? klomp: klòmp (Amstenrade) klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)] III-1-3
lakschoen gelakte schoen: gelakde sjoon (Amstenrade) lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)] III-1-3
lam lam: lamp (Amstenrade), lamme: lamǝ (Amstenrade), schaapje: šø̄pkǝ (Amstenrade) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
lampenpit wiek: weͅi̯k (Amstenrade), wéék (Amstenrade) lampenpit [Roukens 14 (1937)] || lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)] III-2-1
landerijen akkerland: akkerland (Amstenrade), gewande: gǝwanj (Amstenrade), land: lant (Amstenrade) Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.] I-8
landjeveroveren mesje steken: metske staeke (Amstenrade) Lievelingsspel 3. [SND (2006)] III-3-2