17964 |
schokschouderen |
de schouders optrekken:
schouwers optrèkke (L250p Arcen)
|
schokschouderen [SGV (1914)]
III-1-2
|
22371 |
schommel |
schommel:
schŏŏmmel (L250p Arcen),
schuit:
schoet (L250p Arcen),
schōēt (L250p Arcen, ...
L250p Arcen)
|
Hoe noemt men het hier afgebeelde kinderspeelgoed, bestaande uit een touw dat, aan een balk of een boom tak gebonden, in een bocht naar beneden hangt, waarin kinderen graag heen en weer zweven? [DC 19 (1951)] || schommel [SGV (1914)] || Schommel. || Soms is in de bocht van het touw een plankje of een bak bevestigd, waarop of waarin het kind zit. Noemt men deze vorm van het speelgoed misschien met een andere naam als de onder a getekende? [DC 19 (1951)]
III-3-2
|
25676 |
schonen |
zuiveren:
zuiveren (L250p Arcen)
|
Het graan na aankomst in de mouterij reinigen en sorteren. Daarbij worden gebroken en te kleine korrels alsmede onzuiverheden uit het brouwgraan verwijderd. Het type "triëren" (L 318, L 325, L 331, Q 32) duidt aan met welk apparaat het schoonmaken gebeurt. In P 180 gebruikt men een wan om bij het reinigen het stof te verwijderen. Zie ook de lemmata ''wanmolen'' en ''trieur''.' [N 35, 8]
II-2
|
21277 |
school |
school:
sxuəl (L250p Arcen)
|
school [RND]
III-3-1
|
21427 |
schoolhoofd |
bovenmeester:
hoofd van school
bovenmeister (L250p Arcen)
|
onderwijzer; Hoe werd voor de 2e Wereldoorlog een onderwijzer van de lagere school genoemd? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
21286 |
schoolkinderen |
schoolkinderen:
sxu.əlkindər (L250p Arcen)
|
schoolkinderen [RND]
III-3-1
|
21366 |
schoolopziener |
schoolopziender:
schooəlopzinder (L250p Arcen)
|
schoolopziener [SGV (1914)]
III-3-1
|
21426 |
schoolrapport |
getuigschrift:
getuugschrift (L250p Arcen)
|
schoolrapport; Kent u een ander woord voor ....... [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
19424 |
schoon, rein |
schoon:
schòn (L250p Arcen)
|
Rein, schoon, als gevolg van het poetsen (schoon, proper) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20263 |
schoonzuster |
zweegster:
zwieəgster (L250p Arcen)
|
schoonzuster [SGV (1914)]
III-2-2
|