21811 |
een bevel opvolgen |
gehoorzamen:
gehōērzame (L417p As),
luisteren:
lówstere (L417p As),
uitvoeren:
ówtvēre (L417p As)
|
een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
29084 |
een bochel inwerken |
een pochel in een jas werken:
enǝ pǫxǝl en nǝ jas węrkǝ (L417p As)
|
Een bochel in een jas werken door middel van het knippen van het patroon of door strijken of persen. [N 59, 89]
II-7
|
31696 |
een boom omhakken |
afdoen:
āf˱dōn (L417p As),
kappen:
kapǝ (L417p As)
|
Een boom met behulp van een bijl omhakken. Zie ook het volgende lemma. [N 50, 10a; N 75, 113a; monogr.]
II-12
|
31698 |
een boom omzagen |
zegen:
zē̜gǝ (L417p As)
|
Een boom omzagen met behulp van een trek- of boomzaag. Zie ook dat lemma. [N 75, 115a]
II-12
|
20505 |
een borrel drinken |
een borrel drinken:
ne bòrrel drénke (L417p As),
een borrel pakken:
ne bòrrel pàkke (L417p As),
een scheppen:
Vèè goan er òs eine goje sjòppe
sjöppe (L417p As)
|
drinken || jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20941 |
een boterham smeren |
een boterham smeren:
nə bytəram smīərə (L417p As)
|
smeren [RND]
III-2-3
|
28386 |
een brok steenkool |
klot kool:
klǫt kǭl (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Laura, Julia])
|
Een dikke brok steenkool. [N 95, 464; monogr.]
II-5
|
22484 |
een cadeau geven |
cadeau (fr.) geven:
kàdoo gèève (L417p As),
schenken:
schaenken (L417p As),
sjénke (L417p As)
|
Kado geven [schenken, besteken]. [N 89 (1982)] || Schenken. [Willems (1885)]
III-3-2
|
29088 |
een draad om het knoopsgat naaien |
oversteken:
īvǝrstē̜kǝ (L417p As)
|
Een draad om het knoopsgat naaien tegen het uitrafelen. [N 59, 139]
II-7
|
21988 |
een duif bovenaan de deelnemerslijst zetten |
eerste getekende:
ierste getèkende (L417p As),
op kop zetten:
òp kòp zèttə (L417p As)
|
een duif bovenaan die lijst zetten (om te suggereren dat ze de meeste kans maakt op een goede uitslag)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|