e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grote hoeveelheid, hoop berm: bérm (As), hoop: einen huip (As), heip (As), houp (As), (koren of aardappelen).  hòup (As), massa: màssa (As) een grote hoeveelheid [bezie, hoop, pook, tas, klamp, kluts, krooi, berm, kluft, bres, meuk, del] [N 91 (1982)] || grote hoeveelheid || hoop [ZND 01 (1922)] III-4-4
grote knikker loden kogel: looden kogel (As) Knikker: de grote (glazen of stenen). [ZND 16 (1934)] III-3-2
grote mand met diverse onderverdelingen grote korf: groète kèrf (As) Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met diverse hokjes, om het inkorven gemakkelijk te maken? [N 93 (1983)] III-3-2
grote mand met twee verdiepingen dubbele korf: dobbele kèrf (As), dóbbələ kerf (As) Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met twee verdiepingen? [N 93 (1983)] III-3-2
grote mand waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden duivenkorf: dówvəkerf (As), vervoerkorf: verveer kèrf (As) Hoe heet verder in Uw dialect: de grote manden waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden? [N 93 (1983)] III-3-2
grote ronde worm in dunne darm grote worm: groete wèrm (As), spoelworm: spŏĕlwərm (As) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: grote ronde worm in dunne darm? [N 93 (1983)] III-3-2
grote ruzie? <omschr.> de poppen zijn aan het dansen: dao zeen de póppe aan ⁄t dànse (As), kermis: kermis (As), onweer: ónwéér (As) een grote ruzie [hora, bal] [N 85 (1981)] III-3-1
grote schoonmaak grote poets: grōētə poets (As) Hoe noemt u de voorjaarsschoonmaak? [N105 (2000)] III-2-1
grote trom dikke trom: dikke tróm (As), grosse caisse (fr.): gros-kes (As), groͅskɛ̄s (As) een grote trom [trombol] [N 112 (2006)] || Een grote trom [trombol]. [N 90 (1982)] III-3-2
grote trom met bekkens grosse caisse (fr.): groͅskɛ̄s (As) Een grote trom met bekkens [djingel]. [N 90 (1982)] III-3-2