e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
karweien karweien: kərweje (As) onbetaalde arbeid verrichten aan de openbare wegen (karweien, botten) [N 90 (1982)] III-3-1
karwip krik: krek (As) Werktuig dat door smeden wordt gebruikt om karren op te lichten, bijvoorbeeld wanneer er onderdelen van een wiel zoals een naafbus of wielband vervangen moeten worden. Het bestaat uit een getande stang die door middel van een hefboom omhoog en omlaag kan worden bewogen. Mogelijk kunnen met de termen in dit lemma ook andere soorten heftoestellen worden bedoeld. Zie ook afb. 208. [N 17, 81; N 33, 283; monogr.] II-11
kast kast: kast (As, ... ), kást (As) kast [N 56 (1973)], [ZND 01 (1922)] || Leg die broden op de kast [ZND 05 (1924)] III-2-1
kastplank bred: briêd (As), riggel: regəl (As) legplank || plank in een kast [N 56 (1973)] III-2-1
kat kat: WBD/WLD  kàt (As), poes: (sleeptoon)  pûs (As), WBD/WLD  pōēws (As) Hoe noemt u een kat (poes, mies, kat, balkhaas, zandhaas, marol) [N 83 (1981)] || poes III-2-1
katholiek katholiek (<fr.): catheliek (As) Katholiek. [ZND 01 (1922)] III-3-3
katoen katoen: katoen (As) Uit katoendraden geweven stof. Leverancier van de katoendraad is een kruid-, struik- of boomachtige plant ø̄voor het grootste deel verbouwd in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Egypte (macco of mako), Oost-Indië, China, Ethiopië en Ruslandø̄ (Bonthond, s.v. ø̄katoenø̄). [N 62, 85; N 62, 77; N 62, 75c; N 59, 201; MW; L 1a-m; L 27, 73; L 41, 40a; S 17; monogr.] II-7
katrolsysteem poulietje: pǫlikǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Laura, Julia]) Het katrolsysteem waarmee de kleerhaken met kleren onder het dak worden gehangen. [N 95, 57] II-5
kauw kerkuil: kerkiel (As), tauw: kleinste soort kraai  tauw (As) kauw || kerkkauw [ZND 01 (1922)] III-4-1
kauwen knabbelen: knàbbele (As), knauwelen: knauwele (As) kauwen; Hoe noemt U: Voedsel met de tanden en kiezen fijnmaken (kauwen, knauwen) [N 80 (1980)] III-2-3