20787 |
koken (intr.) |
koken:
koëke (L417p As),
kôêkə (L417p As)
|
koken [RND], [ZND 04 (1924)]
III-2-3
|
20800 |
koken (tr.) |
koken:
Kuke kost geld: wie iets wil verwezenlijken, mag niet op de kosten besparen
kuke (L417p As)
|
koken
III-2-3
|
24303 |
kolblei |
bliek:
WBD/WLD é leunt aan bij ö
blék (L417p As),
platte (een -):
WBD/WLD
platte (L417p As)
|
De kolblei lijkt op de brasem maar is bleker van kleur (blei, bliek, kapmes, kalfoog, platte, platter) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
28028 |
kolen, kool delven |
kool maken:
kǭl mākǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Zwartberg]),
losmaken:
ǫsmākǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
lospiqueuren:
ǫspekø̄rǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Zolder])
|
De koollaag losmaken of loshakken met behulp van de hak, de luchthamer en de koolschaaf. De woordtypen "hameren", "loshameren", "pikken", "pikkelen", "piqueren", "steken met de piqueur", "lospiqueuren" en "afpiqueuren" zijn specifiek van toepassing op het werken met de luchthamer. [N 95, 500; N 95, 501; N 95, 502; N 95, 201; N 95, 202; N 95, 203; monogr.; Vwo 28; Vwo 441; Vwo 562; Vwo 597; Vwo 745 div]
II-5
|
27718 |
kolenkraan |
grue:
gruj (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Winterslag, Waterschei])
|
[N 95, 37]
II-5
|
27712 |
kolenlaadstation |
kip:
kep (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Het woordtype "kade" (Q 7) duidt op een punt waar kolen in schepen worden overgeladen en "bascule" (Q 7) op een laadpunt voor treinen. [N 95, 32]
II-5
|
19634 |
kolenschop |
panschup:
panšęp (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Domaniale])
|
Schop, bestaande uit een korte steel met kruk en een betrekkelijk groot blad. Met dit type schop worden de losgemaakte kolen op de transportband of de schudgoot geschept. Door de onduidelijke vraagstelling van vraag N 95, 751 ("Hoe noemt u een platte schop?") en vraag N 95, 752 ("Hoe noemt u een panneschop?") is een aantal opgaven uit dit lemma mogelijkerwijs ook van toepassing op de steenschop. De composita waarvan het eerste lid verwijst naar een steenschop zijn bijeengeplaatst in het lemma Steenschop. [N 95, 752; N 95, 751; monogr.]
II-5
|
19467 |
kolenslik |
slam:
slam (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
)
|
Nat kolenstof of kolengruis, gebruikt als brandstof. [N 95, 466; monogr.; Vwo 689; Vwo 709; Vwo 715]
II-5
|
28204 |
kolenstof |
kolenstof:
kūlǝstof (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Grof of fijn stof afkomstig van de kolen. Het komt vrij bij het schieten, boren, het losmaken van kolen en andere werkzaamheden in het ondergrondse gedeelte van de mijn. Omdat het kolenstof overbelasting van de longen kan veroorzaken, wordt het nadelig geacht voor de gezondheid. Het moet daarom zoveel mogelijk bestreden worden. Bij een bepaald percentage vluchtige bestanddelen in het kolenstof is het zeer explosief. [N 95, 769; monogr.]
II-5
|
28123 |
kolenval |
kolenval:
kūlǝval (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Domaniale])
|
Af- of instorting van kolen. Het gevaar van kolenval is in elke koollaag aanwezig maar het treedt meer op de voorgrond bij dikke lagen en bij goed gelaagde kolen. Door directe kolenval kwamen vaker ongevallen voor. [N 95, 888]
II-5
|