e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kreupelhout boskruid: WBD/WLD ó even gesloten als oo inclusief bosbessen  bòskrówt (As), scharhout: WBD/WLD ó even gesloten als oo  sjaarhówt (As) Laag houtgewas met dooreengegroeide stammen en takken (onderhout). [N 82 (1981)] III-4-3
kribbebijter kribbebijter: krebǝbī.tǝr (As) Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52] I-9
krijgertje spelen kletsje jagen: kletske jage (As), /  kleske gagen (As), letsje aanhouwen: letske aanhowe (As) Het spel waarbij één kind anderen tracht in te halen en dan te tikken, waarna de getikte weer de vangman is (ook op dit spel bestaan talloze varianten; misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld werd) [letsen, hets geven, hetske jagen [N 88 (1982)] || tikkerke [SND (2006)] III-3-2
krijsen keken: kééke (As) een hard schreeuwend geluid maken, gezegd van vogels (kèken, krijsen) [N 83 (1981)] III-4-1
krijt krijt: krīt (As) krijt [ZND m] III-3-1
kringetjes maken rond de duivin (baltsverschijnsel) ronddraaien: ronddrèjje (As), rónddrèje (As), rondtorren: róndtòrrə (As) Hoe benoemt men de volgende baltsverschijnselen van duiven: rond de duivin kringetjes maken? [N 93 (1983)] III-3-2
krioelen krioelen: kriŏele (As), wemelen: wēmele (As) Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (event. met veel lawaai) (krioelen, broeliën, krielen, kriewelen, kriemelen, wriemelen, wriemelen, grimmelen, wemelen). [N 84 (1981)] III-1-2
kroep kroep: króp (As) Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 84 (1981)] III-1-2
krollen janken: WBD/WLD  jànke (As) Hoe noemt u het geluid van een krolse vrouwelijke kat [N 83 (1981)] III-2-1
krom, met bochten krom: króm(p) (As), kronkelend: krónkelend (As) afwijkend van een rechte lijn met een of meer bochten [krom, kromp, slom] [N 91 (1982)] III-4-4