e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lampekabel kabel: kābǝl (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Julia]) De kabel die de verbinding vormt tussen enerzijds de accu en anderzijds de lamp die op de mijnpet of -helm van de mijnwerker is bevestigd. [N 95, 257] II-5
lampenkamer lampisterij/lampisterie: lampestǝręj (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Eisden]) De ruimte waar men de mijnlampen onderhoudt en indien nodig repareert. [N 95, 241; monogr.; Vwo 467; Vwo 468] II-5
lampenpit lampenwiek: lampəwēk (As, ... ), wiek: week (As) De katoenen lampenpit in een petroleumlamp of in een kaars || De lampepit (ook wiek geheeten; Fr. mèche) [ZND 17 (1935)] || lampepit [ZND 01 (1922)] III-2-1
lampepot pot: pǫt (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Maurits]) De lampepot van de veiligheidslamp, gevuld met watten. [N 95, 243; N 95, 242; N 95, 248; monogr.] II-5
lancet vlijm: vlim (As) Lancet: plat mesje met fijne punt en zeer scherpe snede, in de chirurgie gebruikt (vlim). [N 84 (1981)] III-1-2
land land: land (As, ... ) land [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-3-1
landerijen land: lant (As) Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.] I-8
landrol wel: wɛl (As) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2
landstreek streek: strīēk (As) landstreek, gebied dat door bijv. tradities, landschap, taal enz een zekere eenheid vormt [contrei, streek, strom] [N 81 (1980)] III-4-4
lang duivenluisje luis: li-js (As) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: lang duiveluisje [N 93 (1983)] III-3-2