27676 |
mijnemplacement |
de grond van de charbonnage:
dǝ gront van ǝ šarbonāš (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Eisden, Zwartberg]),
terrein:
trajn (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Het gehele mijnterrein bovengronds. [N 95,3]
II-5
|
27310 |
mijngas |
gas:
gās (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Eisden])
|
Een kleurloos, reukloos en smaakloos gas dat lichter is dan lucht, in bepaalde concentratie met lucht brandbaar of ontplofbaar en bij grote hoeveelheden verstikkend. Mijngas bevindt zich in de kool, het dak- en vloergesteente van de laag en in spleten en scheuren van het gesteente (MBK IV pag. 25). De term "gas" wordt in de Belgische mijnen slechts sporadisch gebruikt (Vanwonterghem pag. 114). [N 95, 229; monogr.; Vwo 336; Vwo 348]
II-5
|
28199 |
mijngasontploffing |
gasontploffing:
gāsontplofeŋ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Eisden])
|
Een ontploffing van mijngas. [N 95, 235; monogr.]
II-5
|
27554 |
mijnhorloge |
horloge:
gǝrlūzi (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Maurits]),
klok:
klǫk (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Eisden])
|
[N 95, 67]
II-5
|
27912 |
mijnhout |
hout:
hǫwt (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Maurits])
|
Algemene benaming voor al het in de mijn gebruikte hout. De opgaven die een specifieke soort hout aanduiden, bijvoorbeeld "kophouten", "spitsen", etc., zijn verplaatst naar de desbetreffende lemmata. [N 95, 311; monogr.]
II-5
|
27704 |
mijnhoutterrein |
houtpark:
hǫwtpark (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Zwartberg])
|
Terrein waar het hout ligt dat nodig is om de mijngangen te ondersteunen. [N 95, 36; monogr.]
II-5
|
27540 |
mijnkleding |
putkleder:
pɛtklęjǝr (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Zolder])
|
De benaming voor mijnkleren in het algemeen. Een informant uit Q 121 merkt op dat "kuilmontuur" de benaming was voor kleding die men ondergronds droeg. [N 95, 59; monogr.]
II-5
|
28309 |
mijnlocomotief |
loco:
lōkō (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Zolder])
|
Locomotief voor het ondergronds bedrijf die wordt aangedreven door perslucht, elektriciteit of met behulp van een dieselmotor. De opgave "trolley" uit Q 12 voor de mijn in Eisden duidt een elektrische locomotief aan. [N 95, 700; monogr.; Vwo 283; Vwo 480; Vwo 481]
II-5
|
27790 |
mijnmeter |
géomètre:
žǝmɛt (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Zolder])
|
De mijnmeter voert in een mijn metingen uit en werkt details van het mijnplan uit. Vanwonterghem (pag. 114) spreekt van een beëdigd bediende die topografische opmetingen moet doen en ze op kaart moet uitwerken. Het woordtype "kettingtrekker" (Q 21), eigenlijk de benaming voor de hulp van de mijnmeter, werd op de mijn Maurits gebruikt als spotnaam voor de mijnmeter. Zie ook het lemma Hulp Van Mijnmeter. [N 95, 138; monogr.; Vwo 114; Vwo 154]
II-5
|
27547 |
mijnpet |
puthoed:
pęthōt (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Zolder])
|
Plastic, vroeger leren, pet door de mijnwerker als hoofdbescherming gedragen. De invuller uit Q 113 merkt daarover op, dat toen hij in 1933 in de mijn begon, velen een oude pet of hoed droegen. Later voerde men op de vier Oranje-Nassaumijnen lichte, leren petten in en deze werden vervolgens weer vervangen door de versterkte leren pet en de plastic helm. [N 95, 66; monogr.]
II-5
|