e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onderkussen, peluw peluw: péllŭ (As), pulm: hoofdmatras of langwerpig onderkussen  pöllem (As), pölm (As) Langwerpig, rond onderkussen onder het hoofdkussen (peul, pulling, uppeling, kopkussen) [N 79 (1979)] || peluw III-2-1
onderploegen onderdoen: o.nǝrdō.n (As) In dit lemma zijn de benamingen verzameld voor het onder de grond werken van mest bij het ploegen van de zaaivoor en voor het onder- of omploegen van een mislukt gewas of een gewas dat als mest moet dienen, voorzover dat niet gedaan wordt op de ondiepe wijze, bedoeld in het vorige lemma. Termen als akkeren, diep ploegen, diep bouwen en voorgoed omdoen, die niet op het onderploegen van mest als zodanig wijzen, maar op de manier van ploegen waarbij dit gebeurt, zijn opgenomen in het lemma zaaivoren ca. [JG 1a + 1b; JG 2c; N 11, 44; N P, 14] I-1
onderste handvat (onderste, korte) handhaaf: ha.ntǝf (As), klos: klǫš (As) Het houten blok met gleuf en twee handvatten, dat aan de onderzijde van het blad van de kraanzaag met behulp met een houten wig of toognagel wordt vastgeklemd. [N 50, 34e] || Het onderste handvat van de steel van de zeis, dat in de rechterhand wordt gehouden. Doorgaans is dit het korte handvat van model A, zoals beschreven in de algemene toelichting van deze paragraaf en in de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''; daar zijn ook de gegevens opgenomen omtrent de localisatie van model B, waarvan het onderste handvat in de kromming van de steel zit of waar dit handvat lang en T-vormig is. Om de varianten van de substantiva onder één woordtype bijeen te houden en een vergelijking met de opgaven voor het bovenste handvat te vergemakkelijken, zijn de adjectiva (onderste, korte, kleine, enz.) als facultatief in het hoofdwoordtype opgenomen. Zie afbeelding 4, A2 en B2.' [N 18, 67c; N C, 3b2; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3, II-12
ondersteunen het dak stijpen: hǝt dāk stipǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Maurits]), stijpen: stejpǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Laura, Julia]), verbouwen: vǝrbowǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Houten of metalen ondersteuningen plaatsen. In de mijnen van Waterschei en Winterslag maakt men volgens de invuller uit Q 3 een verschil tussen "kaders zetten" en "stempels en belen bouwen". Met de eerste woordgroep duidt men het ondersteunen in galerijen aan, met de tweede het ondersteunen in pijlers. Het woordtype "apôyeren" wordt met name gebruikt in de mijnen van Beringen, Winterslag, Zolder, Houthalen en Waterschei (Vanwonterghem pag. 49). [N 95, 291; N 95, 321; N 95, 289; N 95, 575; monogr.; Vwo 63; Vwo 151; Vwo 560; Vwo 759; Vwo 808] II-5
ondersteuning bouw: bow (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Emma]), stijp: stejp (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Winterslag, Waterschei]) Ondersteuningselement voor mijngangen, bestaande uit een raamwerk van twee of meer houten of metalen palen of balken. Het woordtype "kader" is volgens de invuller uit Q 3 van toepassing op een ondersteuning voor een galerij. In een pijler daarentegen worden "stempels" en "belen" gebruikt. [N 95, 317; N 95, 290; monogr.; Vwo 152; Vwo 154; Vwo 164; Vwo 402; Vwo 561; Vwo 761] II-5
ondersteuning, betimmering van een mijngang verbouwing: vǝrboweŋ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Maurits]) Algemene benaming voor de ondersteuningen als geheel van een ondergrondse ruimte. [N 95, 289; monogr.] II-5
ondersteuningen vastslaan aandrijven: āndrejvǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Ondersteuningen vastslaan. Volgens een respondent uit Q 121 was er aan de hand van het al dan niet goede geluid daarbij controle op de sterkte van de stijl mogelijk. Invullers uit Q 121 en Q 121c merken op dat de stijl in zo''n geval bromde. [N 95, 354; monogr.; N 95, 370] II-5
onderstuk van een rijtuig bodem: Opm. v.d. invuller: [trajn?].  bōējem (As) het onderstuk van een rijtuig [trein] [N 90 (1982)] III-3-1
onderwijzeres juffrouw: juffròw (As) een vrouwelijke leerkracht aan een lagere school (basisschool) [meesteres, tietepoot, metres, meesterse] [N 90 (1982)] III-3-1
onderzaagmachine haveuse: havø̄s (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Zwartberg]) Werktuig waarmee horizontale kerven worden gemaakt aan de onderzijde van de koollaag. Zie de semantische toelichting bij het lemma Onderzagen. [N 95, 531; monogr.; Vwo 359; Vwo 557] II-5