21186 |
oorlogsschip |
oorlogschip?:
ōērlògsjīēp (L417p As)
|
een schip gebouwd en uitgerust om in de oorlog gebruikt te worden [manwaar] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18237 |
oorring |
oorbel:
ein paar oerbellen (L417p As),
ōērbèl (L417p As)
|
een paar oorringen [ZND 40 (1942)] || zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
17873 |
oorveeg |
draai:
drèj (L417p As),
oorpeer:
ōērpéér (L417p As),
oorveeg:
ōērvi-jg (L417p As),
ōērvéég (L417p As)
|
Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19409 |
oorvormig handvat |
oor:
ōēr (L417p As),
oortje:
iêrke (L417p As),
De moos det porseleine zjetsje möt het iêrke vastpakke
iêrke (L417p As)
|
een handvat || een handvatje || Oorvormig handvat van b.v. een kopje, pan, kan etc. (oor, handsvat, handvat) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
24361 |
oorworm |
oorworm:
uurwörm (L417p As)
|
oorworm
III-4-2
|
24868 |
oot |
evie:
WBD/WLD
īēvĭĕ (L417p As)
|
Oot, wilde haver (avena fatua 5 tot 20 cm groot. De plant is zodevormend, de bladeren zijn borstelvormig; de aartjes bevinden zich in dichte, aarvormige pluimen, klein, lichtgroen tot grijsachtig van kleur, kort genaald. Van april tot en met juni. Te vi [N 92 (1982)]
III-4-3
|
23198 |
op bedevaart gaan |
bedevaart doen:
doon (L417p As),
bedevaart gaan:
goän (L417p As)
|
Bedevaren. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|
22581 |
op de dril zetten (1 april) |
op de dril zetten:
eemes oppen dril zette (L417p As)
|
De onzinnige boodschap op 1 april [aprilvis, aprilzaad, zikkelzaad]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21975 |
op de jaloersheid spelen |
jaloezie:
jaloezie (L417p As),
op jaloezie spelen:
òp zjalówzi-j spīēle (L417p As)
|
Bij gepaarde duiven spelen op de jaloersheid door bij de duivin een andere doffer te plaatsen dan de partner (de beul)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
28966 |
op de knie naaien |
op de/een knie naaien:
ǫpǝ kni-j nęjǝ (L417p As)
|
Met de knieën op elkaar of met gekruiste benen naaien op één der knieën. Bij voorkeur naait men op de linkerknie, omdat het lichaam hierbij een veel natuurlijker houding aanneemt dan bij het naaien op de rechterknie. [N 59, 71a]
II-7
|