22753 |
ruiten in het kaartspel |
ruiten:
roeten oas (L417p As)
|
Ruiten: ruiten aas (kaartspel). [ZND 06 (1924)]
III-3-2
|
21937 |
ruitijd |
ruiftijd:
ruifti-jd (L417p As),
ruitijd:
ruitiet (L417p As)
|
Hoe heet de tijd waarin de duiven verpluimen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17885 |
ruk |
rof:
róf (L417p As)
|
Ruk: snelle korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snuk, snoek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
25148 |
rukwind |
het gaat het rukken en storen:
⁄t geit met rekken en stoëte (L417p As),
hevige wind:
hévige wénd (L417p As),
houwvrouw:
#NAME?
⁄n hòwvròw (L417p As),
rukwind:
rekwend (L417p As),
rékwénd (L417p As),
(rukwind). (t geit met rekken en stoëte)
rekwend (L417p As),
stoot:
stōēt (L417p As),
stootwind:
stōētwénd (L417p As)
|
rukwind [ZND 13 (1925)] || rukwind, plotselinge, felle wind [trekwind, snuk wind, strobatie] [N 81 (1980)] || soorten winden [ZND m] || windstoot, ruk of stoot van de wind [hort, buis] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
34024 |
rund |
rind:
rent (L417p As)
|
Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.]
I-11
|
24326 |
runderhorzel, horzel |
horzel:
huursel (L417p As),
wū‧rsəl (L417p As),
koevlieg:
kuvlē‧x (L417p As),
stopperd:
stopərt (L417p As)
|
horzel || insect dat koeien steekt 1 [Goossens 1a (1955)] || kwaadste insect (geel; slechts in mei, juni) [Goossens 1a (1955)] || paardshorzel, insect dat zijn eitjes legt onder de huid van de koeien [Goossens 1a (1955)]
III-4-2
|
24349 |
runderhorzellarve |
made:
maai (L417p As)
|
worm vdit laatste insect [Goossens 1a (1955)]
III-4-2
|
24371 |
rups |
rups:
rops (L417p As),
roͅps (L417p As),
ròps (L417p As, ...
L417p As)
|
rups [Willems (1885)], [ZND 06 (1924)] || rups rups [DC 46 (1971)] || rups, vlinderlarve
III-4-2
|
17832 |
rusten |
een uiltje vangen:
n i-jlke vànge (L417p As),
rusten:
[sic]
zich réste (L417p As),
ungeren slapen:
innere slaope (L417p As)
|
Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21708 |
rusthuis |
oudemannetjeshuis:
òudmennekeshóus (L417p As),
peetjeshuis:
pēkeshóus (L417p As)
|
een instelling waar oude mensen kunnen wonen en/of verzorgd worden [oude-mannenhuis, pekenshuis] [N 90 (1982)]
III-3-1
|