e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaftboterhammen kantjes: kɛntšǝs (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Zwartberg, Waterschei]), plankjes: plɛŋkskǝs (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Zolder]) Boterhammen die mee ondergronds werden genomen. "Dobbelen" waren dubbele boterhammen die men at tijdens de pauze. [N 95, 51; monogr.] II-5
schaften malète maken: malɛt mākǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Eisden]), schachten: sjachte (As) het werk onderbreken om te rusten [schaften, schaffen, poren] [N 85 (1981)] || Schaften, eten. Volgens de respondenten in Q 15, Q 113a en Q 117a gebeurde het "schaften" bovengronds en het "botteren" ondergronds. [N 95, 50; N 95, 53a; N 95, 53b; monogr.; Vwo 495; Vwo 499; Vwo 680; Vwo 690] II-5, III-3-1
schafttijd schafttijd: šaftî:t (As) schafttijd [RND] III-3-1
schande schande: sjan (As), ⁄t es ⁄n sjan (As) Schande [scha.nd]. [N 96D (1989)] || t Is een schande. [ZND 06 (1924)] III-3-3
schapenboer schaapsboer: šō.bsbōr (As) Landbouwer wiens voornaamste bedrijfstak de schapenkweek is. [JG 1a, 1b] I-12
scharnier hengsel: hęŋsǝl (As) Scharnier waarmee de hoogsels kantelbaar aan de sluisdeur zijn bevestigd. [Vds 55; Jan 51] II-3
scharrelen scharren: šarǝ (As) De kippen dabben en scharren in de grond om wormen, insecten en dergelijke te vinden. [N 19, 61a; L 33, 20; monogr.] I-12
schatten prijzen: (v. dier).  pri-jze (As), schatten: sjàtte (As) het gewicht van iets schatten [koersen, prijzen] [N 89 (1982)] III-3-1
schede fluit: flèjt (As), kut: kut (As) Schede: het buisvormige deel van de vrouwelijke geslachtsorganen dat toegang verleent tot de baarmoederhals, vagina (slot, foeter, keet, schede). [N 84 (1981)] III-1-1
schede van de koe vazel: vā.zǝl (As) Uitwendig geslachtsorgaan van de koe. [N C, 13; JG 1a, 1b; A 48A, 47b; monogr.] I-11