18465 |
schoenen poetsen |
blinken:
blinke (L417p As, ...
L417p As),
poetsen:
sjoon pŏĕtse (L417p As),
schoenen poetsen:
sjoon pŏĕtse (L417p As),
wiksen:
wikse (L417p As, ...
L417p As),
(van Maaskant)
wikse (L417p As, ...
L417p As),
Uis mo hauw mi-jn sjoon sjuun gewikst
wikse (L417p As, ...
L417p As)
|
doen blinken || schoenen met schoencrème inwrijven om ze te doen blinken || Schoenen poetsen (kuisen, poetsen, blinken, wieksen) [N 79 (1979)]
III-1-3, III-2-1
|
30878 |
schoenlade |
lade:
lāj (L417p As)
|
De lade of een van de laden in de werktafel. [N 60, 193b]
II-10
|
30812 |
schoenmaker |
schoemaker:
šumę̄kǝr (L417p As),
schoenlapper:
šōnlapǝr (L417p As),
schoenmaker:
šōnmę̄kǝr (L417p As)
|
In dit lemma zijn zowel de benamingen verwerkt voor "de persoon die schoeisel vervaardigt" als voor "de persoon die schoeisel repareert". [N 60, 216a; N 60, 231a; Wi 2; N 60, 75; monogr.]
II-10
|
30811 |
schoenmakersgereedschap |
getuig:
gǝtyx (L417p As)
|
Algemene benaming voor schoenmakersgereedschap. [N 60, 221b]
II-10
|
30854 |
schoenmakershamer |
hamer:
hāmǝr (L417p As)
|
De algemene schoenmakershamer die men voor een groot aantal bewerkingen gebruikt. Doorgaans heeft de schoenmaker twee hamers: een grote om het geweekte zoolleer te kloppen en de hakken toe te slaan en een minder grote voor het nagelen en andere bewerkingen. Beide hamers zijn rond van kop en breed van bek. De kop mag echter niet te bolrond zijn, omdat men daarmee niet overal het zoolleer even vast en effen kan kloppen en men daarmee niet goed kan nagelen (Dierick, pag. 84). Volgens de informant van Q 253 heeft de schoenmaker meestal alleen maar de typische schoestershamer. Hij beschrijft die als volgt. De scherpe kant is ongeveer 4 mm dik en 25 tot 30 mm breed, gebogen. Die kant versmalt tot op een 15 mm, verbreedt ter hoogte van het oog en loopt in een ronde of de achthoekige vorm uit naar het vlak, een soort paddestoel met ongeveer 35 mm doorsnede, lichtjes bolrond. De hamer is over zijn geheel gebogen. Hij heeft een lengte van 18 tot 25 cm en weegt tussen de 400 en de 600 gram. De steel is niet langer dan 16 tot 20 cm. Zie afb. 8. [N 60, 183a]
II-10
|
30817 |
schoenmakersknecht |
halve gast:
hawvǝ gast (L417p As)
|
[N 60, 217b]
II-10
|
30844 |
schoenmakersmes |
mes:
mɛs (L417p As)
|
Het algemene schoenmakersmes dat voor allerlei bewerkingen wordt gebruikt. Men kent lichte en zware schoenmakersmessen. Zie afb. 2. [N 60, 173; N 60, 240b]
II-10
|
18394 |
schoensmeer |
blink:
blink (L417p As, ...
L417p As,
L417p As,
L417p As),
schoenwiks:
sjoonwiks (L417p As, ...
L417p As),
wiks:
wiks (L417p As, ...
L417p As),
doa is witte en brûne wiks
wiks (L417p As, ...
L417p As)
|
schoencrème || schoensmeer (blink) [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)] || schoensmeersel || Smeersel om het leer van schoenen op kleur en soepel te houden (blink, wieks, creme, schoenpoets) [N 79 (1979)]
III-1-3, III-2-1
|
18185 |
schoenveter |
nestel:
nistəl (L417p As)
|
Een niet leren koordje? [N 60 (1973)]
III-1-3
|
22501 |
schoepen |
kattenkwaad uithalen:
Ruimer.
kattekaod óuthale (L417p As),
onnuttigheid uithalen:
ónnèttigheid óuthale (L417p As),
rondbrakken:
rondbraGe (L417p As),
rondschooien:
rondsjoeje (L417p As)
|
met een groep jongens door het veld, de bossen trekken met kwaad in de zin [schupen] [N 112 (2006)] || Met een groep jongens door het veld, de bossen trekken met kwaad in de zin [schupen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|