e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sturen sturen: stērə (As) sturen [ZND m] III-3-1
stutter verbouwer: vǝrbowǝr (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Persoon die geregeld de betimmering van de mijngangen onderzoekt en onderhoudt. Volgens de informant van Q 15 was de stutter meestal een oudere houwer die zelfstandig onderhoudswerk deed in galerijen. Hij had een zogenaamd stuttersakkoord maar hij kon niet zoveel verdienen als een houwer aan het koolfront, meestal 5 à 10% boven gegarandeerd loon. [N 95, 152; monogr.; Vwo 153; Vwo 155; Vwo 371; Vwo 760; div.] II-5
suiker suiker: sokker (As), als soornaam; Ze kwamen er op aaf wi-j de vlege op sòkker  sòkker (As) suiker [ZND 07 (1924)] III-2-3
suikerklontje klotje: klétsje (As), suiker: Gewuunlik pak ich geine sòkker inne koffie  sòkker (As) klontje; Hoe noemt U: Een blokje suiker (klontje) [N 80 (1980)] || suikerklontje III-2-3
suikeroom suikernonk: sòkkernònk (As) suikeroom III-2-2
suikertante suikertantje: sòkkertentsje (As) suikertantje III-2-2
sukkelen in het sukkelstraatje zitten: in `t sikgelstréétje zitte (As, ... ), sukkelen: sikgele (As) Sukkelen: aanhoudend ziek of niet gezond zijn, ziekelijk zijn (kwijpelen, plaaieren, op de sukkelbaan zijn, in het sukkelstraatje zijn). [N 84 (1981)] || Ziekelijk: telkens ziek (ziekelijk, ongans, lelijk, zuchtig). [N 84 (1981)] III-1-2
suçon, suçonnaad suçon: sǝsõ̜ (As) Insnijding of inneming om lijn in een stuk te krijgen. Puntnaad in het algemeen. [N 59, 94a; monogr.] II-7
syfilis druiper: drówper (As), rot zijn: déé`s ròt (As) Syfilis: besmettelijke geslachtsziekte die gewoonlijk begint met een zweer op de geslachtsorganen; uiteindelijk kan elk orgaan aangetast worden (druiper, luizenziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
taai stuk vlees leren lap: lère lap (As), leren thijs: lèren Ti-js (As), taai: tej (As), det is mè tejje keddel  tej (As) een stuk taai vlees of gebak || een taai stuk vlees of gebak || ongaar || taai III-2-3