e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
taaie pannenkoek leren thijs: lèren ti-js (As) een taaie pannekoek b.v. gebakken zonder gist III-2-3
taaien bot maken: Glijdvermogen beschadigen.  bot make (As) ijs stuk maken door er steeds overheen te lopen [taaien] [N 112 (2006)] III-3-2
taal spraak: spraok (As), taal: taal (As) taal; datgene waarvan men zich bedient om zijn gedachte of gevoelens kenbaar te maken [taal, tong] [N 87 (1981)] III-3-1
taats van het staakijzer pin: pe.n (As) Het onderste, pinvormige gedeelte van het staakijzer dat draait in een pan die ingewerkt is in een op een ijzeren balk gemonteerd stalen blok. [Vds 103; Jan 141; Coe 124; Grof 147; A 42A, 24] II-3
tabak toebak: dat es sterke toebak (As), Det is mich nog gein pi-jp tûbik wèèrd: het is me niets waard  tûbik (As), Det is straffen tûbek: dat is nogal kras  tûbek (As) dat is sterke tabak [ZND 07 (1924)] || tabak III-2-3
tabak snuiven een snuifje pakken: snifkə pakke(n) (As), toebak snuiven: e.a. opgaven  toebek snoeve(n) (As) snuifje nemen [ZND 07 (1924)] || tabak snuiven [ZND 07 (1924)] III-2-3
tabaksnerven tabaksstelen: toebiks-stiele (As) tabaksnerven? [N 93 (1983)] III-3-2
tabakspruim rolletje: rolke (As), ròlleke (As), In grootvaders tijd  rölke (As), sjiek: sjik (As), Fr. chique  sjiek (As) een propje pruimtabak || prop pruimtabak || pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tabakssap zever: zèjver (As) Hoe noemt U: Vuil water in een pijp (smierk, nerrik) [N 80 (1980)] III-2-3
tafel tafel: tōͅfəl (As), Wèè binne het joar eine toafelpuut tösse dew bein hèèt, is ofwaal getruidsj, ofwaal wevenèèr Ein gooj toafel: waar goed gegeten wordt Eme(s) ònder de toafel drinke  toafel (As) Hoe noemt U: een tafel in het algemeen [N 56 (1973)] || tafel III-2-1