| 21381 |
tolgaarder |
commies (<fr.):
ps. letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft (dus tussen rechte haken!).
kəmīēs (L417p As)
|
de beambte die tol [bijv. bij een brug] in ontvangst moet nemen [brierman, commies, tolbaas, tolgaarder] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 17859 |
tollen |
draaien wie een poppernel:
drèje wi-j ne póppernēl (L417p As),
zwijmelen:
zwi-jmele (L417p As)
|
Tollen: draaien als een tol (trijzelen, bollen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 33594 |
tomaat |
tomaat:
temat (L417p As),
təmatə (L417p As)
|
tomaat || tomaten (pl) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
| 22658 |
toneelspel |
optreden:
optreie (L417p As),
stuk:
steͅk (L417p As),
voorstelling:
vierstèlling (L417p As)
|
een voorstelling door een toneelgroep [spel] [N 112 (2006)] || Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
| 17727 |
tonen |
laten kijken:
laote kieke (L417p As)
|
tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
| 18231 |
tong van een schoen |
lip:
lip (L417p As),
tong:
tóng (L417p As)
|
een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
| 21382 |
toonbank |
toog:
tōēg (L417p As),
toonbank:
tōēnbànk (L417p As),
winkelbank:
winkelbànk (L417p As)
|
de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 31692 |
top van de boom |
kop:
kǫp (L417p As),
takstuk:
takstęk (L417p As)
|
Vgl. ook afb. 1c. Zie voor de woordtypen doude en doudehout uit respectievelijk Sittard (Q 20), Klimmen (Q 111), Meeswijk (L 424) en Schinnen (Q 32) ook het RhWb I, kol. 1388, s.v. Dolde, ø̄Baumwipfelø̄, en voor het woordtype sop uit Meeuwen (L 364) wnt XIV, kol. 2529, s.v. ɛsop IIIɛ, ø̄topø̄.' [N 50, 7c; N 75, 86b; monogr.]
II-12
|
| 23464 |
torenhaan |
t hantje van dn taore?].:
de haan van de tuure (L417p As)
|
De haanvormige windwijzer boven op de torenspits [weerhaan, windhaan [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 23456 |
torenspits |
kerktoren:
kərkty(3)̄rə (L417p As)
|
De spits van de kerktoren; deze is meestal met leien bedekt. [N 96A (1989)]
III-3-3
|