e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
urineren leuteren: līētərə (As), naar waterschei gaan: nao Waatərsjei gōēn (As), pipi doen: Van kinderen.  piĕpiĕ doon (As), pissen: pissə (As), stritsen: Van kat en hond of plat.  stritsə (As), zeiken: zejkə (As), zę.i̯kǝ (As) urineren [N 10c (1995)] || Vloeibare ontlasting hebben, gezegd van vee. [N 38, 18b; JG 1a, 1b; monogr.] I-11, III-1-1
vaandel vaan: en vân (As), vaan (As), vlag: vlag (As) de aan de stok gedragen doek met de kleuren of emblemen van een vereniging of gilde [vaandel, vendel, vaan] [N 112 (2006)] || De aan de stok gedragen doek met de kleuren of emblemen van een vereniging of gilde [vaandel, vendel, vaan]. [N 88 (1982)] || Vaandel. [Willems (1885)] III-3-2
vaandeldrager vaandrig: vaandrig (As), vlagdrager: vlagdrager (As) Degene die het vaandel draagt in een schutterij, gilde [vaandrig, venderik, afferis, vendelzwaaier]. [N 88 (1982)] III-3-2
vaars vaars: vē̜rs (As) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatdoek schoteldoek: šōtəldōk (As), schotelplag: sjutelplagk (As), schotelvod: sjutelvod (As), šōtəlvoͅt (As), sj؉telvòd wordt hier ter plaatse gebruikt.  sjōētelvòd (As) Borstel waarmee potten en pannen gereinigd worden (borstel, schrobbertje) [N 79 (1979)] || vaatdoek || zo vet als een vaatdoek (schoteldoek) [ZND 08 (1925)] III-2-1
vademen in (de) naald(e) krijgen: en dǝ nǭl krīgǝ (As), vamen: vęjmǝ (As) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vader vader: vader (As) vader; dat is zijn vader [ZND 08 (1925)] III-2-2
vagebond bohemer: mar.: vaak een benaming voor zigeuner  bóhēmer (As), italianer: teljééner (As), landloper: làndlòwper (As), schuiver: sji-jfer (As), vagebond: vàgebónd (As) een persoon zonder vaste woonplaats en zonder middelen van bestaan, vaak met een slecht gedrag [vagebond, kreugekruier, skoefel] [N 85 (1981)] III-1-4
vagevuur vagevuur: vaageveer (As) Het vagevuur [vèègvuur, veëjevuur]. [N 96D (1989)] III-3-3
vagina, geslachtsorgaan van de merrie vazel: vā.zǝl (As) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9