e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkwisten de deur uitgooien: de dīēr owtgōēje (As), door deuren en vensters uitgooien: dōēr dīēre en vinsters owtgōēje (As), verbrassen: verbrasse (As), verknoeien: (in negatieve zin).  verknōēje (As), verkwisten: verkwiste (As) geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)] || op overdadige en lichtzinnige wijze besteden [dolboteren, vermokken, vertoelibassen, verkwisten] [N 89 (1982)] III-3-1
verlegdienst omlegpost: omlękpǫst (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) In Nederland de dienst, in Belgiē de post die het transportmiddel in het oude pand van een pijler afbreekt en in het nieuwe pand weer opbouwt. Volgens Van der Maar verlegde men de transportmiddelen in de wisseldienst. [N 95, 494; monogr.; Vwo 224; Vwo 551] II-5
verlegen (zijn) verlegen: verléége (As) niet flink of zelfbewust zijn, zich niet goed durven uiten in het bijzijn van anderen [teutelen, verlegen zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
verleggen omleggen: omlęqǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Maurits]) Het transportmiddel in een pijler van het oude naar het nieuwe pand verplaatsen. In tegenstelling tot het "verschuiven" wordt de transportinstallatie daarbij gedemonteerd en in het nieuwe pand weer opgebouwd. [N 95, 493; monogr.; N 95, 267; Vwo 226; Vwo 549] II-5
verlichting licht: leecht (As), verlichting: vərlēxteŋ (As) illuminatie, verlichting [ZND 01 (1922)] || verlichting III-2-1
verliezen verliezen: verlezen (As), verlêzen (As, ... ), vərlĕzə (As) Verliezen. [Willems (1885)], [ZND m] || wij verliezen [ZND 08 (1925)] III-3-1, III-3-2
verlof, vrije dag congé: konžē (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Eisden]) Van vakantie spraken de mijnwerkers niet. Men nam een verlofdag en deze was dan "de mooiste werkdag". [N 95, 121; N 95, 122; N 95, 123; monogr.; N 95, 920; Vwo 248] II-5
verlopen van de zaag scheef zagen: šęjf ˲zē̜gǝ (As) Bij het zagen afwijken van de lijn die gevolgd moet worden. De zaag gaat afwijken als de tanden ervan niet goed gezet zijn. [N 50, 43b; N 53, 28a; N 75, 118b] II-12
vermaak amusatie: àmusasie (As), amusement: àmusemènt (As) een handeling waardoor men plezier beleeft [vermaak, amusement] [N 85 (1981)] III-1-4
vermengen mengelen: mingele (As), ondereen doen: ónnerèjndoon (As) in elkaar vermengen [warzen] [N 91 (1982)] III-4-4